Tekst uit het Overzicht van de Paddestoelen in Nederland (1995)
Lentinus tigrinus (Bull.: Fr.) Fr.
Tijgertaaiplaat
Synoniemen
Panus tigrinus (Bull.: Fr.) Sing.
Illustraties
Cetto, Funghi Vero 2: pl. 689. 1980; Dähncke, 1200 Pilze: pl. 999. 1993; Michael, Hennig & Kreisel, Handb. Pilzfr., 4. Aufl., 3: pl. 95. 1987; Weeda et al., Nederl. oecol. Fl. 1: 67. 1985.
Beschrijving
Boekhout, Fl. agar. neerl. 2: 26-27, fig. 7. 1990; Pegl., Gen. Lentinus: 45-46, fig. 10. 1983.
Verspreiding
Vrij alg., vooral in F, Z, S, K en G; zeld. in H, R, D en Y, ontbreekt in W. Kaart in Nauta & Vellinga, Atlas. 1995.
Oecologie
Saprotroof, witrot-veroorzakend, op stammen, stronken en takken van loofhout, soms op levende stammen, bij voorkeur van Wilg (Salix), ook vrij vaak op Beuk (Fagus) en Es (Fraxinus), soms op andere loofbomen, optimaal in rivierbegeleidende wilgenbossen en grienden (Salicion albae) op natte, voedselrijke klei, ook vaak in essenhakhout en soms in bossen op droge, zandige bodems.
Opmerkingen
In St.lijst (1984) als Panus tigrinus.
|