Taxonomie & herkenning
Hoed 1-4 cm doorsnee, gewelfd dan iets afgevlakt, soms iets ingedrukt in het centrum, geheel fraai rossig tot roodbruin, bij ouderdom geheel donkerbruin verkleurend, glad, vrijwel niet fluwelig, niet of nauwelijks openbarstend bij ouderdom. Buisjes uitgebocht aangehecht, buikig, tot 8 mm lang, bleek dan licht citroengeel, iets blauw verkleurend bij kneuzing; poriën tot 1 mm doorsnee, onregelmatig afgerond, met dezelfde kleur als de buisjes, zwak blauw verkleurend. Steel 40-70 x 8-12 mm, cilindrisch of iets versmald aan de voet, gelig aan de uiterste top, daaronder geheel bekleed met een rode, ingegroeid vezelige bekleding op een lichtgele ondergrond. Vlees stevig, wit in hoed, gelig in de steeltop, en dieprood in de rest van de steel, als het oppervlak. Geur en smaak onbeduidend. Opvallend aan deze fluweelboleet is het postuur, het vrijwel niet verkleurende vlees, en de gesloten hoedhuid. Hij komt in de buurt van de Roodsteelfluweelboleet (X. chrysenteron) maar die heeft altijd een duidelijk opengebarsten hoed, en wit steelvlees. De Purperbruine fluweelboleet (X. pruinatus) is donkerder van kleur en mooi fluwelig, en heeft opmerkelijk geel vlees in hoed en steel.
Machiel Noordeloos, 2021 CC-BY-SA 3.0
|