Het Ruig boomvorkje is in het veld nauwelijks te onderscheiden van het Blauw boomvorkje (Metzgeria fruticulosa). De standplaats en begeleidende mosflora geven echter vaak wel een aanwijzing met welke van de twee men van doen heeft. Beide groeien in luchtvochtige bossen, maar Metzgeria temperata prefereert vergeleken met M. fruticulosa bomen met een meer zure en voedselarme schors zoals Beuk en Eik. Onder deze noemer vallen ook niet-alledaagse draagbomen zoals Vogelkers, Lijsterbes, Esdoorn, Kers, Vuilboom en Hazelaar. Frequente begeleiders zijn ondermeer Hypnum cupressiforme, Orthotrichum affine en andere min of meer acidofytische soorten zoals Dicranoweisia cirrata, Dicranum montanum, Dicranum scoparium, Lophocolea heterophylla en Lepraria incana.
Verspreiding
In Nederland is Metzgeria temperata voor het eerst gevonden in 1984 in de Biesbosch. De soort heeft zich sindsdien flink uitgebreid, maar is nog steeds een zeldzame verschijning. De meeste vindplaatsen bevinden zich in de zuidelijke helft van het land en markeren de noordgrens van het areaal op het Europese continent. De vondst nabij Kollum in Friesland dateert van 2011.
Summary
Metzgeria temperata was first found in the Netherlands in 1984. Since then it has spread, mostly in the southern half of the country, but is still rare. The species is chiefly found on acid-barked trees in humid forests.