Soortgroepen
Flora
Vaatplanten
Mossen
Korstmossen
Paddenstoelen
Kranswieren
Wieren
Fauna
Zoogdieren
Reptielen
Amfibieën
Vissen
Dagvlinders
Nachtvlinders
Microvlinders
Libellen
Weekdieren
Kreeftachtigen
Stekelhuidigen
Manteldieren
Sponzen
Holtedieren
Overig marien
Projecten
FLORON
Het Nieuwe Strepen
Witte gebieden
Staat deze plant er nog?
Meetnet Muurplanten
Nectarindex
Oeverindex
Populatieonderzoek Jeneverbes
BLWG
Witte gebieden mossen
Witte gebieden korstmossen
Staat dit mos er nog?
Staat dit korstmos er nog?
Meetnet Korstmossen
Meetnet Mossen
NMV
Meetnet Bospaddenstoelen
Meetnet Zeereeppaddenstoelen
Meetnet Moeraspaddenstoelen
Staat deze soort er nog?
Zoogdiervereniging
NEM Marters en NEM Exoten
Determineren
Eerste Hulp Bij Determineren
Determinatie Vaatplanten
Determinatie Korstmossen
Determinatie Orchideeën
Het veld in
Veldkaart printen
Contactpersonen Natuurgebieden
Waarnemingen
Waarnemingen
Losse waarneming invoeren
Nieuwe streeplijst FLORON
Nieuwe streeplijst paddenstoelen
Nieuwe streeplijst (korst)mossen
Nieuwe streeplijst ANEMOON
Nieuwe streeplijst weekdieren
Mijn Lijsten
Mijn Waarnemingen
Lijsten zoeken
Waarnemingen zoeken
Waarnemers
Botanische Collectie op de Kaart
Dashboard
Dashboard
Kaart biodiversiteit per hok
Soortenlijst per atlasblok
Botanische hotspots
Literatuur
Over
Over deze site
Privacy
Beheerders en validatoren
Inloggen
|
NDFF Verspreidingsatlas Zoogdieren
Verspreidingsatlas
Wijziging opgeslagen
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
q
r
s
t
u
v
w
x
y
z
toon wetenschappelijke namen
verberg synoniemen
toon alleen geaccepteerde namen
Gestreept stinkdier
Gestreepte dolfijn
Gevlekte zeebaars
Gewone bosspitsmuis
Gewone dolfijn
Gewone dwergvleermuis
Gewone grootoorvleermuis
Gewone spitssnuitdolfijn
Gewone vinvis
Gewone zeehond
Goudjakhals
Griend
Grijze dolfijn
Grijze eekhoorn
Grijze grootoorvleermuis
Grijze walvis
Grijze zeehond
Grote bosmuis
Grote hoefijzerneus
Delphinus delphis
Linnaeus, 1758
Gewone dolfijn
Kaart downloaden of aanpassen
Download kaart (groot)
Download kaart (klein)
Kaartenmachine
QR-code
Download data (csv)
Download trenddata
Toelichting kaarten
algemeen
|
taxonomie
|
ecologie
|
veranderingen
|
verspreiding
|
literatuur (8)
|
feedback (0)
Familie:
Delphinidae
Groep:
Walvisachtigen
Voorkomen in Nederland
Indigeniteit:
dwaalgast
Bescherming:
Habitatrichtlijn bijlage IV
Ecologie
De gewone dolfijn is een slanke, tot 2,5 m lange dolfijn met een lange snuit en een karakteristiek ’zandloperpatroon’ op de flanken. De bovendelen zijn donkergrijs; de donkere mantel loopt onder de ru... [
meer
]
Ecologie
De gewone dolfijn is een slanke, tot 2,5 m lange dolfijn met een lange snuit en een karakteristiek ’zandloperpatroon’ op de flanken. De bovendelen zijn donkergrijs; de donkere mantel loopt onder de rugvin uit in een omlaag gerichte punt. De onderdelen zijn wit, de staartwortel grijs en het voorste deel van de flank, vanaf de donkere punt tot aan de snuit, is geelachtig of roomwit. Over de buik en flanken lopen in de regel enkele lijnen van snuit naar mantel en staartwortel, en van mantel naar staart, die samen het zandloper- of kriskraspatroon vormen. Vanaf de donkere snuit lopen een lichte voorhoofdstreep en daaronder een donkere ‘teugel’ naar de donkere oogring; vanaf de onderkaak loopt een donkere streep naar de meestal donker gekleurde borstvinnen. Gewone dolfijnen zijn soepele zwemmers, die vaak voor de boeg van schepen komen. Ze kunnen groepen vormen van honderden dieren.
door Kees Camphuysen, 2016
Literatuur
Bakker, J. & C. Smeenk (1987) Time-series analysis of
Tursiops truncatus, Delphinus delphis
, and
Lagenorhynchus albirostris
strandings on the Dutch coast.
European Cetacean Society Newsletter
1:
14-19
Hobbs, M.J. (2005)
Habitat partitioning in common dolphin (
Delphinus delphis
) and striped dolphin (
Stenella coeruleoalba
) in the western English Channel and Bay of Biscay.
Marine Mammal Science, University of Wales, Bangor, U.K. [MSc.-thesis]
Kompanje, E.J.O. (2005) Review of strandings of
Delphinus delphis
and
Stenella coeruleoalba
(Mammalia: Cetacea, Delphinidae) in the Netherlands between 1850 and 2005.
Deinsea
11:
179-203
MacLeod, C.D., C.R. Weir, M.B. Santos & T.E. Dunn (2008) Temperature-based summer habitat partitioning between white-beaked and common dolphins around the United Kingdom and Republic of Ireland.
Journal of the Marine Biological Association of the United Kingdom
88:
1193-1198
Murphy, S., J.S. Herman, G.J. Pierce, E. Rogan & A.C. Kitchener (2006) Taxonomic status and geographical cranial variation of common dolphins (
Delphinus
) in the eastern North Atlantic.
Marine Mammal Science
22:
573-599
Pusineri, C., V. Magnin, L. Meynier, J. Spitz, S. Hassani & V. Ridoux (2007) Food and feeding ecology of the common dolphin (
Delphinus delphis
) in the oceanic Northeast Atlantic and comparison with its diet in neritic areas.
Marine Mammal Science
23:
30-47
Santos, M.B. (1998)
Feeding ecology of harbour porpoises, common and bottlenose dolphins and sperm whales in the North East Atlantic.
Ph.D. thesis, University of Aberdeen
Strijbos, J.P. (1928) Een dolfijn op de Hollandsche kust. (Delphinus delphis).
De Levende Natuur
32:
381-386
Taxonomie
Rijk:
Animalia
Stam:
Chordata
Klasse:
Mammalia
Orde:
Walvisachtigen
Familie:
Delphinidae
Delphinus delphis
Linnaeus, 1758
Nederlands:
Gewone dolfijn
Zoeken in GBIF
Zoeken in Google Scholar
Veranderingen
De strandingsgegevens laten zien dat de gewone dolfijn vroeger in ons land waarschijnlijk zeldzaam was en hier in 1925 plotseling verscheen. De meldingen namen vervolgens snel toe, tot de soort tussen 1930 en 1950 vrij talrijk was; daarna namen de aantallen weer af. Hierbij moet men bedenken dat het begin van deze periode min of meer samenviel met de intensivering van het door Van Deinse opgezette meldingssysteem voor strandingen, dat in 1914 was begonnen; dat kan de cijfers hebben beïnvloed. Van Deinse overleed in 1965 en het duurde enkele jaren voordat de zoölogische musea van Leiden en Amsterdam een nieuw strandingsnetwerk hadden opgebouwd. Niettemin mag men uit de recente gegevens opmaken dat de gewone dolfijn vanaf het midden van de jaren 1920 veel vaker aanspoelde dan daarna en, vrijwel zeker, ook daarvoor. Op de Britse Eilanden nam het aantal strandingen in de jaren 1930 eveneens sterk toe (maar daarna weer af) en in die tijd verscheen de soort ook aan de Britse kant van de Noordzee. Op grond van overeenkomsten in schedelkenmerken tussen de Nederlandse en Engelse dieren vermoeden dat de gewone dolfijn in die tijd de zuidelijke Noordzee via Het Kanaal binnenkwam; dit is echter onzeker, gezien het zeer kleine aantal opgemeten schedels van de Nederlandse kust. Van de Duitse kust zijn geen strandingen gerapporteerd (Schultz 1970), maar in Denemarken werden in de periode 1937-1952 tien strandingen en verscheidene waarnemingen en vangsten gemeld, tegen slechts één stranding in de negentiende eeuw en één in 1978; deze dieren waren vermoedelijk afkomstig uit het noordwesten. Het lijkt waarschijnlijk dat klimaatveranderingen en daarmee veranderingen in voedselaanbod hierbij een rol hebben gespeeld. De periode 1920-1950 wordt gekenmerkt door een toename van de gemiddelde zeewatertemperatuur in de noordelijke Atlantische Oceaan, waarschijnlijk vooral het gevolg van het afnemen van de overheersende westenwinden en een sterke instroom van Atlantisch water in Het Kanaal en de Noordzee; de daarop volgende 30-40 jaar waren weer kouder. In de jaren 1920-1940 drongen veel vissen en andere zeedieren uit warmere streken ver naar het noorden door, en de areaalgrens van een aantal noordelijke soorten verschoof in noordelijke richting; de sterkste veranderingen vonden plaats in 1925-1935. Het is opvallend dat in deze periode ook enkele zuidelijke, oceanische walvissoorten in de Noordzee verschenen: dwergpotvis (1925), spitssnuitdolfijn van Gray (1927) en zwarte zwaardwalvis (1927, 1935). Ook aan de westkust van de Britse Eilanden strandden in deze tijd enkele zuidelijke soorten, waaronder de eerste gestreepte dolfijnen. Na 1950 kwam dit warmere tijdvak ten einde en tussen 1950 en 1960 verdween de gewone dolfijn weer uit ons gebied. In de wateren van Noordwest-Schotland zijn er aanwijzingen dat de gewone dolfijn zijn areaal sinds de jaren 1990 weer in noordelijke richting uitbreidt, wat in verband wordt gebracht met de recente toename van de zeewatertemperatuur, zoals dat door ook is aangetoond voor de gestreepte dolfijn. vermoeden dat deze uitbreiding zich zal voortzetten. Inderdaad worden er sinds 2006 elk jaar tussen mei en oktober groepen gewone dolfijnen gezien, van soms enkele honderden dieren, in de Outer Moray Firth, Schotland, dus in de noordelijke Noordzee. In dezelfde periode zijn de aantallen witsnuitdolfijnen, een noordelijke soort, in Schotse wateren afgenomen. Sinds 1982 is de gewone dolfijn ook sterk toe in de Deense wateren, vooral in het Kattegat en de oostelijke zeestraten, tot in de Oostzee; de soort wordt hier nu jaarlijks waargenomen. Dit wordt in verband gebracht met een sterkere instroom van warmer Atlantisch water. Dit alles wijst erop, dat de gewone dolfijn nu niet vanuit het zuiden de Noordzee binnenkomt, maar uit noordwestelijke richting. In de zuidelijke Noordzee lijkt er nog nauwelijks sprake van een terugkeer, al zijn ook daar de waarnemingen sinds 1990 enigszins toegenomen. Met nadruk zij erop gewezen dat het hier gaat om correlaties: het verband tussen deze schommelingen in temperatuur en het verschijnen en weer (bijna) verdwijnen van de gewone dolfijn uit de zuidelijke Noordzee is hiermee nog niet aangetoond en verklaard. Het ligt voor de hand dat veranderingen in voedselaanbod hieraan ten grondslag liggen, maar het mechanisme is niet bekend, daar wij niet weten welke prooisoorten een sleutelrol speelden (en spelen) in dit proces. Er zijn in de twintigste eeuw veel veranderingen in voorkomen en bestandsgrootte van (vooral commercieel belangrijke) vissoorten gedocumenteerd en deze kunnen van grote invloed zijn geweest op de beschikbaarheid van voedsel voor walvisachtigen. Maar niet al deze schommelingen zijn te herleiden tot klimaatveranderingen. De solitaire, met boeien geassocieerde dolfijnen vormen een bijzonder verschijnsel, dat tot dusverre alleen bij de gewone dolfijn is waargenomen. De binding van enkele dolfijnen met één of enkele boeien was soms zo sterk, dat de dieren bij nadering van een schip in steeds kleinere cirkels om de boeien heen gingen zwemmen, totdat ze ogenschijnlijk ‘de moed verzameld hadden’ om weg te zwemmen of naar het schip te komen. Gewone dolfijnen zijn echte groepsdieren en het feit dat het hier solitaire dieren betrof (in één geval een duo), wijst op afwijkend gedrag van verdwaalde individuen in een onbekende omgeving. Dit gedrag is ook in Deense wateren gezien. De dolfijn die in 2001-2003 in de Westerschelde verbleef, vertoonde ook anatomische (en vermoedelijk hormonale) afwijkingen.
Feedback
commentaar toevoegen
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar. Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode, dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
download hoge resolutie
Close
Afbeelding 1 van 2
Maximize image
Restore image
Bestand:
Naam maker:
Locatie:
Omschrijving:
Betreft detail:
Gemaakt op:
november 2024
november 2024
m
d
w
d
v
z
z
44
28
29
30
31
1
2
3
45
4
5
6
7
8
9
10
46
11
12
13
14
15
16
17
47
18
19
20
21
22
23
24
48
25
26
27
28
29
30
1
49
2
3
4
5
6
7
8
Onderdelen of kenmerken:
Upload
Voorwaarden voor het plaatsen van foto's
Naam verkeerd weergeven? Pas je naam aan.
Hartelijk dank voor het uploaden. Je bijdrage wordt beoordeeld door het validatieteam. Tot die tijd is de foto of het geluid alleen voor jezelf zichtbaar.
Sluiten
{1}
##LOC[OK]##
{1}
##LOC[OK]##
##LOC[Cancel]##
{1}
##LOC[OK]##
##LOC[Cancel]##