|
Rhinolophus hipposideros (Bechstein, 1800)
Kleine hoefijzerneus
|
Ecologie De kleine hoefijzerneus is de kleinste Europese hoefijzerneus. Hij heeft een pluizige bruinige rugvacht en een grijswitte onderzijde. Hij heeft, net als de grote hoefijzerneus, een hoefijzervormige huidzoom op de neus waarmee de uitgezonden echolocatie wordt geconcentreerd. De soort is zeer klein, met een lichaamsgewicht tot 10 g, een kopromplengte tot 45 mm en een spanwijdte tot 25 cm. De echolocatiepulsen hebben een voor hoefijzerneuzen kenmerkende constante, hoogfrequente toon. Met de relatief brede vleugels zijn kleine hoefijzerneuzen erg wendbaar en kunnen ze goed door dichte vegetatie vliegen. Ze zijn in staat om insecten op zeer korte afstand van de vegetatie te vangen.
door Jip Ramakers, 2016 |
Literatuur Bat Conservation Trust (2010) Lesser horseshoe bat - Rhinolophus hipposideros. Pamphlet : -
Biedermann, M., I. Meyer & W. Schorcht (2001) Erfassung von Wochenstuben der Kleinen Hufeisennase (Rhinolophus hipposideros Bechstein 1800) in Thüringen im Rahmen des Artenhilfsprogrammes für die Art. Landesanstalt für Umwelt und Geologie, Jena
Bontadina, F., T. Hotz & K. Märki (2006) Die Kleine Hufeisennase im Aufwind. Haupt Verlag, Bern
Bontadina, F., H. Schofield & B. Naef-Daenzer (2002) Radio-tracking reveals that lesser horseshoe bats (Rhinolophus hipposideros) forage in woodland. Journal of Zoology, London 258: 281-290
Crucitti, P. & L. Cavalletti (2002) Size, dynamics and structure of the Lesser horseshoebat (Rhinolophus hipposideros) winter aggregations in central Italy. Hystrix, the Italian Journal of Mammalogy 13: 29-40
Jacobs, D., F.P.D. Cotterill, P.J. Taylor, S. Aulagnier, J. Juste, F. Spitzenberger & A.M. Hutson (2008) Rhinolophus hipposideros. In: Bills R. et al., IUCN Red List of Threatened Species. Version 2013.1.
Jones, G. & J.M.V. Rayner (1989) Foraging behavior and echolocation of wild horseshoe bats Rhinolophus ferrumequinum and R. hipposideros (Chiroptera, Rhinolophidae). Behavioral Ecology and Sociobiology 25: 183-191
Kayikcioglu, A. & A. Zahn (2004) High temperatures and the use of satellite roosts in Rhinolophus hipposideros. Mammalian Biology 69: 337-341
Knight, T. & G. Jones (2009) Importance of night roosts for bat conservation: roosting behaviour of the lesser horseshoe bat Rhinolophus hipposideros. Endangered Species Research 8: 79-86
Kokurewicz, T. (1990) The decrease in abundance of the Lesser Horseshoe Bat Rhinolophus hipposideros Bechstein, 1800 (Chiroptera: Rhinolophidae) in winter quarters in Poland. Myotis 28: 109-118
van Vliet, J.A. & K. Mostert (1997) Kleine hoefijzerneus - Rhinolophus hipposideros (Bechstein, 1800). In: H. Limpens, K. Mostert & W. Bongers, Atlas van de Nederlandse vleermuizen. Onderzoek naar verspreiding en ecologie.. KNNV Uitgeverij, Utrecht
Williams, C., L. Salter & G. Jones (2011) The winter diet of the lesser horseshoe bat (Rhinolophus hipposideros) in Britain and Ireland. Hystrix, the Italian Journal of Mammalogy 22: 159-166
Zahn, A., J. Holzhaider, E. Kriner, A. Maier & A. Kayikcioglu (2008) Foraging activity of Rhinolophus hipposideros on the Island of Herrenchiemsee, Upper Bavaria. Mammalian Biology 73: 222-229
Zukal, J., H. Berková & Z. Rehák (2005) Activity and shelter selection by Myotis myotis and Rhinolophus hipposideros hibernating in the Katerinská cave (Czech Republic). Mammalian Biology 70: 271-281
VeranderingenDe achteruitgang van de kleine hoefijzerneus in het noordelijk deel van het verspreidingsgebied heeft nog geen zichtbare ommekeer gemaakt. In België en Luxemburg, het Duitse Rijnland en het Rijn-Maingebied is de soort ook sterk achteruit gegaan. In Zwitserland is het aantal kraamkolonies – en daarmee de aantallen getelde dieren – sinds de jaren 1990 licht toegenomen, hetgeen in verband wordt gebracht met het verbod op bestrijdingsmiddelen. |
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen.
Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
download hoge resolutie
|