Soortgroepen
Flora
Vaatplanten
Mossen
Korstmossen
Paddenstoelen
Kranswieren
Wieren
Fauna
Zoogdieren
Reptielen
Amfibieën
Vissen
Dagvlinders
Nachtvlinders
Microvlinders
Libellen
Weekdieren
Kreeftachtigen
Stekelhuidigen
Manteldieren
Sponzen
Holtedieren
Overig marien
Projecten
FLORON
Het Nieuwe Strepen
Witte gebieden
Staat deze plant er nog?
Meetnet Muurplanten
Nectarindex
Oeverindex
Populatieonderzoek Jeneverbes
BLWG
Witte gebieden mossen
Witte gebieden korstmossen
Staat dit mos er nog?
Staat dit korstmos er nog?
Meetnet Korstmossen
Meetnet Mossen
NMV
Meetnet Bospaddenstoelen
Meetnet Zeereeppaddenstoelen
Meetnet Moeraspaddenstoelen
Staat deze soort er nog?
Zoogdiervereniging
NEM Marters en NEM Exoten
Determineren
Eerste Hulp Bij Determineren
Determinatie Vaatplanten
Determinatie Korstmossen
Determinatie Orchideeën
Het veld in
Veldkaart printen
Contactpersonen Natuurgebieden
Waarnemingen
Waarnemingen
Losse waarneming invoeren
Nieuwe streeplijst FLORON
Nieuwe streeplijst paddenstoelen
Nieuwe streeplijst (korst)mossen
Nieuwe streeplijst ANEMOON
Nieuwe streeplijst weekdieren
Mijn Lijsten
Mijn Waarnemingen
Lijsten zoeken
Waarnemingen zoeken
Waarnemers
Botanische Collectie op de Kaart
Dashboard
Dashboard
Kaart biodiversiteit per hok
Soortenlijst per atlasblok
Botanische hotspots
Literatuur
Over
Over deze site
Privacy
Beheerders en validatoren
Inloggen
|
NDFF Verspreidingsatlas Dagvlinders
Verspreidingsatlas
Wijziging opgeslagen
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
q
r
s
t
u
v
w
x
y
z
toon wetenschappelijke namen
verberg synoniemen
toon alleen geaccepteerde namen
Blauwe ijsvogelvlinder
Bleek blauwtje
Bont dikkopje
Bont zandoogje
Boomblauwtje
Boserebia
Bosparelmoervlinder
Bosrandparelmoervlinder
Boswitje
Boszandoog
Braamparelmoervlinder
Bretons spikkeldikkopje
Bruin blauwtje
Bruin dikkopje
Bruin zandoogje
Bruine eikenpage
Bruine vuurvlinder
Aricia agestis
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Bruin blauwtje
Kaart downloaden of aanpassen
Download kaart (groot)
Download kaart (klein)
Kaartenmachine
QR-code
Download data (csv)
Download trenddata
Toelichting kaarten
algemeen
|
taxonomie
|
ecologie
|
herkenning
|
trend en fenologie
|
literatuur (2)
|
feedback (0)
Familie:
Lycaenidae
Status:
bron: Rode Lijst Dagvlinders 2019
Rode Lijst: gevoelig
Trend sinds 1950:
bron: NEM (CBS en De Vlinderstichting)
Matige afname (p<0.01) **
Voorkomen
bron: Vlinderstichting.nl
Een vrij schaarse standvlinder die tegenwoordig vooral nog voorkomt in de duinen en in opspuitterreinen in Zeeland en Noord- en Zuid-Holland. Langs de grote rivieren is het bruin blauwtje op veel plaatsen verdwenen, maar lokaal komt hij daar nog wel voor. In Zuid-Limburg heeft de soort enkele populaties, die aansluiten bij het voorkomen in Duitsland en België.
Herkenning
Kenmerk: Voorvleugellengte: circa 13 mm. Zowel bij het mannetje als bij het vrouwtje is de bovenkant van de vleugels bruin zonder bestuiving; langs de achterrand bevindt zich meestal een volledige rij opvallende oranje vlekken. De onderkant van de vleugels is lichtbruin; het vrouwtje heeft geen blauwe bestuiving. De zwarte vlekken op de onderkant van de voorvleugel zijn groot en opvallend, de zwarte vlekken op de achtervleugel zijn klein. De vleugeladers lopen door in de franje, waardoor deze geblokt lijkt.
Kenmerken rups: Tot 11 mm; vrij dik, naar de uiteinden versmald; lichaam groen met over de rug een purperachtig groene middenstreep met aan weerszijden een aantal donkergroene, schuine strepen; onder de spiracula loopt een gele, met rood afgezette lengtestreep; kop zwart, in het lichaam teruggetrokken.
Meer informatie op de website van De Vlinderstichting
Habitat
Droge, zandige, open, kruidenrijke en schrale graslanden en kalkgraslanden.
Voor het bruin blauwtje geschikte graslanden worden gevonden in de duinen, op dijken en rivierduintjes, in wegbermen en op opgespoten en ruderale terreinen. De vlinder vliegt vooral op warme, droge plaatsen en heeft een voorkeur voor gebieden met een afwisseling van open grond en begroeide plaatsen. In het buitenland vliegt deze soort vooral in kalkgraslanden en is de waardplant vooral geel zonneroosje. In Nederlandse kalkgraslanden komt deze soort vrijwel niet voor en is de waardplant een ooievaarsbek.
Levenscyclus
Rups: begin juni-half juli en half augustus-eind april. De soort overwintert als halfvolgroeide rups in de strooisellaag. De jonge rups eet de onderzijde van het weefsel van het blad en beschadigt de bovenste bladlaag niet; deze mineergang is vrij opvallend. Grotere rupsen eten van het volledige blad, de bloemen en de vruchten van de waardplant. De verpopping vindt plaats in de strooisellaag vlak bij de waardplant.
Waardplant
Diverse soorten ooievaarsbek, met name kleine ooievaarsbek en gewone reigersbek.
Literatuur
Bos, F. & e. e . . (2006) Dagvlinders: Bruin blauwtje Plebeius agestis.
Natuur van Nederland
7:
196-198
van Swaay, C. & M. Poot (2017) Het bruin blauwtje verovert Nederland.
Vlinders
32:
10-11
Taxonomie
Rijk:
Animalia
Stam:
Arthropoda
Klasse:
Insecta
Orde:
Lepidoptera
Familie:
Lycaenidae
Aricia agestis
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Nederlands:
Bruin blauwtje
Engels:
Brown Argus
Duits:
Dunkelbrauner Bläuling, Kleiner Sonnenröschen-Bläuling
Synoniemen:
Lycaena agestis
,
Lycaena astrarche
,
Lycaena medon
,
Plebeius agestis
,
Plebeius astrarche
,
Plebeius medon
,
Polyommatus agestis
Zoeken in GBIF
Zoeken in Google Scholar
Herkenning
Kenmerk: Voorvleugellengte: circa 13 mm. Zowel bij het mannetje als bij het vrouwtje is de bovenkant van de vleugels bruin zonder bestuiving; langs de achterrand bevindt zich meestal een volledige rij opvallende oranje vlekken. De onderkant van de vleugels is lichtbruin; het vrouwtje heeft geen blauwe bestuiving. De zwarte vlekken op de onderkant van de voorvleugel zijn groot en opvallend, de zwarte vlekken op de achtervleugel zijn klein. De vleugeladers lopen door in de franje, waardoor deze geblokt lijkt.
Kenmerken rups: Tot 11 mm; vrij dik, naar de uiteinden versmald; lichaam groen met over de rug een purperachtig groene middenstreep met aan weerszijden een aantal donkergroene, schuine strepen; onder de spiracula loopt een gele, met rood afgezette lengtestreep; kop zwart, in het lichaam teruggetrokken.
Feedback
commentaar toevoegen
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar. Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode, dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
download hoge resolutie
Fenologie imago
Fenologie imago tweede generatie
Bron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
Close
Afbeelding 1 van 2
Maximize image
Restore image
Bestand:
Naam maker:
Locatie:
Omschrijving:
Betreft detail:
Gemaakt op:
november 2024
november 2024
m
d
w
d
v
z
z
44
28
29
30
31
1
2
3
45
4
5
6
7
8
9
10
46
11
12
13
14
15
16
17
47
18
19
20
21
22
23
24
48
25
26
27
28
29
30
1
49
2
3
4
5
6
7
8
Onderdelen of kenmerken:
Upload
Voorwaarden voor het plaatsen van foto's
Naam verkeerd weergeven? Pas je naam aan.
Hartelijk dank voor het uploaden. Je bijdrage wordt beoordeeld door het validatieteam. Tot die tijd is de foto of het geluid alleen voor jezelf zichtbaar.
Sluiten
{1}
##LOC[OK]##
{1}
##LOC[OK]##
##LOC[Cancel]##
{1}
##LOC[OK]##
##LOC[Cancel]##