Soortgroepen
Flora
Vaatplanten
Mossen
Korstmossen
Paddenstoelen
Kranswieren
Wieren
Fauna
Zoogdieren
Reptielen
Amfibieën
Vissen
Dagvlinders
Nachtvlinders
Microvlinders
Libellen
Weekdieren
Kreeftachtigen
Stekelhuidigen
Manteldieren
Sponzen
Holtedieren
Overig marien
Projecten
FLORON
Het Nieuwe Strepen
Witte gebieden
Staat deze plant er nog?
Meetnet Muurplanten
Nectarindex
Oeverindex
Populatieonderzoek Jeneverbes
BLWG
Witte gebieden mossen
Witte gebieden korstmossen
Staat dit mos er nog?
Staat dit korstmos er nog?
Meetnet Korstmossen
Meetnet Mossen
NMV
Meetnet Bospaddenstoelen
Meetnet Zeereeppaddenstoelen
Meetnet Moeraspaddenstoelen
Staat deze soort er nog?
Zoogdiervereniging
NEM Marters en NEM Exoten
Determineren
Eerste Hulp Bij Determineren
Determinatie Vaatplanten
Determinatie Korstmossen
Determinatie Orchideeën
Het veld in
Veldkaart printen
Contactpersonen Natuurgebieden
Waarnemingen
Waarnemingen
Losse waarneming invoeren
Nieuwe streeplijst FLORON
Nieuwe streeplijst paddenstoelen
Nieuwe streeplijst (korst)mossen
Nieuwe streeplijst ANEMOON
Nieuwe streeplijst weekdieren
Mijn Lijsten
Mijn Waarnemingen
Lijsten zoeken
Waarnemingen zoeken
Waarnemers
Botanische Collectie op de Kaart
Dashboard
Dashboard
Kaart biodiversiteit per hok
Soortenlijst per atlasblok
Botanische hotspots
Literatuur
Over
Over deze site
Privacy
Beheerders en validatoren
Inloggen
|
NDFF Verspreidingsatlas Libellen
Verspreidingsatlas
Wijziging opgeslagen
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
q
r
s
t
u
v
w
x
y
z
toon wetenschappelijke namen
verberg synoniemen
toon alleen geaccepteerde namen
Noordse glazenmaker
Noordse winterjuffer
Noordse witsnuitlibel
Aeshna subarctica
Walker, 1908
Noordse glazenmaker
Kaart downloaden of aanpassen
Download kaart (groot)
Download kaart (klein)
Kaartenmachine
QR-code
Download data (csv)
Download trenddata
Toelichting kaarten
algemeen
|
taxonomie
|
herkenning
|
trend en fenologie
|
literatuur (5)
|
feedback (0)
Familie:
Aeshnidae
Status:
bron: Rode Lijst Libellen 2011
Rode Lijst: Bedreigd
Voorkomen
bron: Vlinderstichting.nl
Zeldzaam
Herkenning
70-76 mm. Moeilijk van de venglazenmaker te onderscheiden (zie: 'gelijkende soorten'). Achterlijf donker met mozaïektekening van licht gekleurde vlekken. Zijkant borststuk donker, met twee brede gele banden, die vaak grotendeels blauw getint zijn (mannetjes). Daartussen bevinden zich geelblauwe vlekjes die vaak een doorlopende smallere ‘;tussenband’ vormen (grootvlekkige vorm). Langs de voorrand van de voorste brede gele band loopt meestal nog een extra dunne lichte lijn (grootvlekkige vorm). De zwarte lijn tussen voorhoofd en kopschild (vooraanzicht kop) is bij de oogrand niet versmald, soms zelfs verbreed. De achterzijde van de ogen is geheel donker, zonder gele vlek. Voorrandader van de vleugels bruin. Mannetje: maakt vaak een fletse indruk. Ogen bruinblauw. Bovenzijde achterlijfsegmenten met twee vrij kleine, ovale, fletsblauwe vlekken aan de achterrand. Op het midden van de segmenten staan twee gelige, hoekige vlekjes. De voorrand van de middelste achterlijfssegmenten is vaak licht gekleurd. De kleur van de lichte vlekken op het achterlijf kan variëren van blauw en geel, tot eenkleurig gelig of bijna wit. Schouderstrepen doorgaans lang en meestal hamervormig verbreed (grootvlekkige vorm). Vrouwtje: Ogen bruin met groen. Schouderstrepen kort. Pterostigma’s donkerbruin. Achterlijfstekening als mannetje, maar met kleinere vlekken die bovendien allemaal geel tot groen zijn.De kleinvlekkige vorm lijkt qua borststuktekening sterk op de venglazenmaker. Bovendien zijn de vlekken en streepjes op het midden van de achterlijfssegmenten kleiner, net als bij venglazenmaker. De zwarte achterkant van de ogen, de niet smaller wordende zwarte lijn op het gezicht en de vorm van de achterlijfsaanhangsels van de vrouwtjes blijven goede kenmerken, die in vlucht echter niet te zien zijn.
Meer informatie op de website van De Vlinderstichting
Habitat
Hoogveen en vennen met hoogveenverlanding. Voorwaarde is een dichte veenmosvegetatie, meestal bestaande uit zowel drijvende als bultvormende veenmospakketten.
Levenscyclus
Meestal drie overwinteringen voor het uitsluipen, soms ook twee of vier. De eerste winter wordt doorgebracht in het eistadium, de overige winters als larve. Uitsluipen gebeurt in juli tot en met september, de meeste in augustus.
Waardplant
Literatuur
Abbingh, G. (1997) Op zoek naar de Noordse glazenmaker in Drenthe.
NVL Nieuwsbrief
1:
3-3
Dingemanse, N.J. & V.J. Kalkman (1997) Het onderscheid tussen Aeshna subarctica Walker en A. juncea (L.) in Nederland.
Brachytron
1:
35-39
Kalkman, V.J. & N.J. Dingemanse (2001) Het voorkomen van de kleinvlekkige en grootvlekkige vorm van de Noordse glazenmaker (Aeshna subarctica) in Nederland.
Brachytron
5:
15-18
Ketelaar, R. (1996) Kort verslag van het Aeshna subarctica zoekweekend. Nieuwe vondsten van de Noordse glazenmaker Aeshna subarctica en de Bruine winterjuffer Sympecma fusca in Drenthe.
Libellennieuwsbrief
4:
8-12
Manger, R. (2006) Succesjaar voor Noordse glazenmaker en Bandheidelibel in Drenthe.
NVL Nieuwsbrief
10:
11-11
Taxonomie
Rijk:
Animalia
Stam:
Arthropoda
Klasse:
Insecta
Orde:
Odonata
Familie:
Aeshnidae
Aeshna subarctica
Walker, 1908
Nederlands:
Noordse glazenmaker
Engels:
Bog Hawker, Subarctic Hawker
Duits:
Hochmoor-Mosaikjungfer
Zoeken in GBIF
Zoeken in Google Scholar
Herkenning
70-76 mm. Moeilijk van de venglazenmaker te onderscheiden (zie: 'gelijkende soorten'). Achterlijf donker met mozaïektekening van licht gekleurde vlekken. Zijkant borststuk donker, met twee brede gele banden, die vaak grotendeels blauw getint zijn (mannetjes). Daartussen bevinden zich geelblauwe vlekjes die vaak een doorlopende smallere ‘;tussenband’ vormen (grootvlekkige vorm). Langs de voorrand van de voorste brede gele band loopt meestal nog een extra dunne lichte lijn (grootvlekkige vorm). De zwarte lijn tussen voorhoofd en kopschild (vooraanzicht kop) is bij de oogrand niet versmald, soms zelfs verbreed. De achterzijde van de ogen is geheel donker, zonder gele vlek. Voorrandader van de vleugels bruin. Mannetje: maakt vaak een fletse indruk. Ogen bruinblauw. Bovenzijde achterlijfsegmenten met twee vrij kleine, ovale, fletsblauwe vlekken aan de achterrand. Op het midden van de segmenten staan twee gelige, hoekige vlekjes. De voorrand van de middelste achterlijfssegmenten is vaak licht gekleurd. De kleur van de lichte vlekken op het achterlijf kan variëren van blauw en geel, tot eenkleurig gelig of bijna wit. Schouderstrepen doorgaans lang en meestal hamervormig verbreed (grootvlekkige vorm). Vrouwtje: Ogen bruin met groen. Schouderstrepen kort. Pterostigma’s donkerbruin. Achterlijfstekening als mannetje, maar met kleinere vlekken die bovendien allemaal geel tot groen zijn.De kleinvlekkige vorm lijkt qua borststuktekening sterk op de venglazenmaker. Bovendien zijn de vlekken en streepjes op het midden van de achterlijfssegmenten kleiner, net als bij venglazenmaker. De zwarte achterkant van de ogen, de niet smaller wordende zwarte lijn op het gezicht en de vorm van de achterlijfsaanhangsels van de vrouwtjes blijven goede kenmerken, die in vlucht echter niet te zien zijn.
Feedback
commentaar toevoegen
Trend van de soort
Indexcijfer ( = 100).
download in hoge resolutie
©
NEM (CBS & De Vlinderstichting)
Fenologie imago
Bron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
Geen foto beschikbaar - klik om te zoeken met Google
Close
Afbeelding 1 van 0
Maximize image
Restore image
Bestand:
Naam maker:
Locatie:
Omschrijving:
Betreft detail:
Gemaakt op:
januari 2025
januari 2025
m
d
w
d
v
z
z
53
30
31
1
2
3
4
5
2
6
7
8
9
10
11
12
3
13
14
15
16
17
18
19
4
20
21
22
23
24
25
26
5
27
28
29
30
31
1
2
6
3
4
5
6
7
8
9
Onderdelen of kenmerken:
Upload
Voorwaarden voor het plaatsen van foto's
Naam verkeerd weergeven? Pas je naam aan.
Hartelijk dank voor het uploaden. Je bijdrage wordt beoordeeld door het validatieteam. Tot die tijd is de foto of het geluid alleen voor jezelf zichtbaar.
Sluiten
{1}
##LOC[OK]##
{1}
##LOC[OK]##
##LOC[Cancel]##
{1}
##LOC[OK]##
##LOC[Cancel]##