a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Ischnura pumilio (Charpentier, 1825)

Tengere grasjuffer
algemeen | taxonomie | herkenning | trend en fenologie | feedback (0)

Familie:Coenagrionidae

Voorkomenbron: Vlinderstichting.nl
Vrij zeldzaam.
Herkenning
26-31 mm. Na dwergjuffer de kleinste soort. Pterostigma’s tweekleurig: donkere basis, lichte top. Mannetje: pterostigma’s in voorvleugels duidelijk groter dan in achtervleugels. Achterlijf in bovenaanzicht donker, met segment 9 en top van 8 lichtblauw (het ‘;lantaarntje’). In het blauw op segment 9 is vaak een fijne zwarte tekening aanwezig, die meer of minder uitgebreid kan zijn. Lichte delen van borststuk (zeer) lichtblauw of groen. Vrouwtje: nooit met ‘;lantaarntje’, bovenzijde segmenten 8 en 9 geheel donker. Jonge vrouwtjes zijn grotendeels fel oranje gekleurd: zijkant van borststuk, zijkant achterlijf, gehele achterlijfsegmenten 1 en 2, poten en enkele vleugeladers. De achteroogsvlekken zijn zeer groot en ook oranje. Schoudernaadstrepen zijn hooguit als dun zwart lijntje zichtbaar. De bovenzijde van achterlijfssegmenten 3 tot en met 10 zijn zwart. Later veranderen de vrouwtjes van kleur: het oranje verdwijnt en de donkere tekening breidt zich uit. Het achterlijf wordt geheel donker, de achteroogsvlekken worden iets kleiner en de schoudernaadstreep wordt duidelijker. De onderzijde van de ogen wordt groen. De overige lichte delen worden ófwel olijfgroen, ófwel blauw. De groene variant wordt bruin tot grijs bij ouder worden. De blauwe variant is zeldzamer dan de groene.
Meer informatie op de website van De Vlinderstichting
 
foto50820
foto50817
foto50818
foto50819