a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Melanothamnus harveyi (Bailey) Díaz-Tapia & Maggs, 2017

Struikbuiswier
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie

Typering: Roodwier (marien)
Herkenning
Tot 10 cm hoog. Bruinrood tot donkerrood van kleur. Thallus (plantvorm) is struikvormig en opgebouwd uit vertakte filamenten die bestaan uit een centrale draad van cellen, met daaromheen een ring van vier ‘pericentrale’ cellen. Er is een duidelijke hoofdas aanwezig (ongeveer 0.5 mm dik) met een basale vasthechting, maar daaruit ontspringen direct vanaf de basis veel zijtakken die even groot worden (waardoor de hoofdas niet altijd duidelijk zichtbaar is). De primaire zijtakken splitsen af van een centrale cel van de hoofdas. De cellen zijn in alle delen van het thallus ongeveer even lang als breed of korter. De ligging van de chloroplasten in de pericentrale cellen is kenmerkend: deze liggen alleen aan de radiaire wanden (grenzend aan het centrale deel), waardoor de perifere wanden (grenzend aan de buitenkant) transparant zijn. De jonge delen van de filamenten zijn niet bedekt met schorscellen (ongecorticeerd), maar op de oudere delen kan onvolledige corticatie voorkomen. Trichoblasten (meercellige haren) komen meestal voor op elk segment (behalve op een segment waaruit een zijtak ontspringt), maar de grootte en aantal vertakkingen kunnen variëren.
Te verwarren met:
Deze soort is te verwarren met andere Polysiphonia soorten en filamenteuze soorten, zoals Ceramium-soorten. Ceramium- en Polysiphonia-soorten verschillen in dat de centrale cellen van Ceramium veel dikker en langer zijn dan de periaxiale cellen, terwijl de centrale cellen van Polysiphonia relatief dunner zijn dan de pericentrale cellen. Om Polysiphonia-soorten van elkaar te onderscheiden, moet met de microscoop gekeken worden naar o.a. de aanwezigheid van stekels, trichoblasten (kleurloze filamenten van beperkte groei) en het aantal pericentrale cellen. Verwarring zou ook kunnen optreden met Chondria-soorten. Dit zijn soorten met 5 pericentrale cellen die nauwelijks zichtbaar zijn (behalve bij doorsnede), wegens de meerlagige cortex (schorscellen).
Controle: Microscopische foto
Auteurs: Luna van der Loos
 
foto39258
foto39259
foto39271
foto39272
foto39273
foto39274
foto39275
foto39276
foto39277
foto39278