a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Bicellariella ciliata (Linnaeus, 1758)

Wimpermosdiertje
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Het Wimpermosdiertje vormt kolonies die bestaan uit een wit, vedervormig bosje, dat een hoogte tot 25 mm kan bereiken. De gebogen twijgjes bestaan uit 2 zoïdenrijen. De zoïden staan alternerend. De smalle proximale zoïdendelen groeien tegen elkaar aan, de distale delen zijn naar buiten gebogen. Het frontale membraan is ovaal en neemt ongeveer 1/3 van de zoïdenlengte in. Er is eén proximale stekel en een rij van 4 tot 9 naar binnen gebogen stekels op de distale rand. De polypide heeft 12 tot 16 tentakels. De avicularia zijn vastgehecht aan de buitenzijde van de zoïde, proximaal ten opzichte van de membraan. De broedkamers zijn vastgehecht naast de membraan door middel van een kort steeltje. De broedkamers zijn vrijwel bolvormig, met de opening aan de kant van de frontale membraan. De embryo’s zijn zuiver wit. De ancestrula is trechtervormig met een eindstandige ronde membraan, waarrond 10 tot 12 stekels. Deze ancestrula werd vroeger verkeerd aanzien als een andere soort, namelijk Brettia tubaeformis.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto52222