a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Hydractinia echinata (Fleming, 1828)

Ruwe zeerasp
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | literatuur (1) | taxonomie | trend

Typering: Anthoathecata (athecate “bekerloze” poliep)
Herkenning
De poliep vormt dichte tapijten op het substraat (stenen, schelpen etc.) die bestaan uit een bruinige korst (tot 3 mm dik) met scherpe uitsteeksels en vele kleine, omhoog-groeiende poliepen. De basale korst blijft ook na de dood van de kolonie nog aanwezig en lijkt zonder de poliepen op een rasp (waar de soort de naam aan dankt). De poliepjes zijn geelwit (mannelijke kolonies) tot felroze (vrouwelijke kolonies) en kunnen binnen een kolonie sterk van vorm verschillen. Dit komt omdat er verschillende soorten poliepen zijn voor voedselvoorziening, voor voortplanting en voor verdediging. De voedingspoliepen zijn 1-2 mm lang en knotsvormig, met 20-30 tentakels die in een krans rond de mond staan. De voortplantingspoliepen zijn kleiner en hebben geen mondopening. De verdedigingspoliepen komen in twee varianten: een langgerekt, schroefvormige poliep die meestal aan de rand van de kolonie staat, en een draadvormige poliep die over de gehele kolonie te vinden is.
Te verwarren met:
Podocoryna carnea heeft geen chitineuze basiskorst (wat de Ruwe zeerasp wel heeft), vormt vrijzwemmende kwalletjes en groeit gewoonlijk op Slakkenhuizen met een levende slak. Deze soort is vanwege de o.a. knotsvormige poliepen en de vorming van geelwitte-roze tapijtjes (met name op de schelp van heremietkreeftjes) goed te onderscheiden van overige soorten.
Controle: Foto
Auteurs: Luna van der Loos
Marco Faasse
 
foto43986