a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
algemeen | ecologie & verspreiding | beleid & bescherming | eieren | taxonomie | literatuur (1) | feedback (0)

Familie:Rajidae
Voorkomen in Nederland
Status:bron: Rode Lijst Vissen 2016Rode lijst: Verdwenen uit Nederland
Trend sinds 1950:bron: Rode Lijst Vissen 2016Zeer sterk afgenomen
Zeldzaamheid:bron: Rode Lijst Vissen 2016Zeer zeldzaam
Typering: Mariene vissoort
Auteur: IvL / RHB
Herkenning
Sterk afgeplat, ruitvormig lichaam met hoekige, aan de kop vergroeide borstvinnen. Gemiddeld 200 cm (tot 285 cm). Als van de punt van de borstvin naar de snuitpunt een lijn wordt getrokken, snijdt die de lichaamsschijf niet - wel bij gewone roggen. Rug olijfgroen tot bruin, met lichte ronde en ovale gele vlekken. Jonge exemplaren vaak met twee donkerdere ronde vlekken (oogvlekken) op de borstvinnen. Met de jaren wordt de eerst donkere onderkant steeds lichter. Snuit lang en spits. De twee afgeronde rugvinnen staan ver achter op de staart en zijn duidelijk gescheiden. Nauwelijks of geen staartvin. Buikvinnen tegen de staartbasis. Tot de buikvinnen horen ook twee lobvormige uitsteeksels. Ogen aan de bovenzijde, voor op de kop, spuitgaten (spiraculi) eveneens. Mond, neusgaten en vijf paar kieuwspleten aan de buikzijde. Jonge vleten zonder stekels op de lichaamsschijf, maar wel vaak bij de ogen. Volwassen vleten hebben doornachtige stekels op de rug en deels op de buik. Midden op de smalle, puntige staart een rij van 12-18 sterke stekels. Vaak ook kleinere stekels langs de onderkant van de staart. Tussen de twee rugvinnen meestal 1-2 stekels. Opmerking: Bij recent onderzoek bleek 'de Vleet' uit twee soorten te bestaan: de wat kleinere zuidelijke Dipturus flossada ('Gewone Vleet of Blauwe vleet) en de grote noordelijke Diptura intermedius (Flapperfleet of Flapperrog). De naam Diptura batis zou óf vervallen of voor de grootste soort gelden (dan met als synoniem D. flossada) en D. intermedius voor de Flappervleet/Flapperrog.
Te verwarren met:
Vanwege de afmetingen en vorm niet te verwarren met andere soorten. Ook bij jongere dieren geldt dat een getrokken rechte lijn tussen de punt van de borstvin en de snuitpunt de lichaamsschijf niet snijdt. Onderling is er wel verwarring mogelijk tussen de twee Vleet-soorten die binnen de oorspronkelijke 'Vleet' D. batis worden ondrscheiden (zie bij beschrijving). Dipturus flossada cq D. batis (de 'gewone Vleet' of Blauwe vleet) en Diptura intermedius (Flapperfleet of Flapperrog) verschillen o.a. door de kleur van de iris in het oog: deze is olijfgroen tot donkergroen bij D. intermedia en bleek geel bij D. flossada/batis. Ook groeit de Flapperrog langzamer en wordt deze groter. Daarnast zijn er ook verschillen in stekels en tanden.
Auteurs: IvL / RHB