a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Leucoraja naevus (Müller & Henle, 1841)

Grootoogrog
algemeen | ecologie & verspreiding | beleid & bescherming | eieren | taxonomie | feedback (0)

Familie:Rajidae
Status:bron: Rode Lijst Vissen 2016Rode lijst: Dwaalgast. Rode Lijst status niet bepaald
Typering: Mariene vissoort
Auteur: IvL / RHB
Herkenning
Sterk afgeplat, ovaal-ruitvormig lichaam, met aan de kop vergroeide, afgeronde borstvinnen en een lange, puntig toelopende staart. Gemiddeld tussen de 45 en 60 cm (tot 70 cm). Rug licht geelbruin of grijsbruin, al dan niet met geelachtige vlekken. Een opvallend kenmerk, waar de Nederlandse naam naar verwijst, zijn twee grote, bijna ronde 'oogvlekken' op de de borstvinnen, ongeveer in het midden. Deze zijn zwart, gemarmerd met gele strepen of vlekken. Het buikoppervlak is wit met kleine donkere vlekjes, aan de randen wat grijzer. Snuit kort, niet zeer spits. De opstaande randen van de borstvinnen krullen iets naar binnen. De twee kleine rugvinnen staan ver naar achteren op de staart. Buikvinnen tegen de staartbasis aan, inclusief twee lobvormige uitsteeksels. Rugzijde van de lichaamsschijf vrijwel geheel bedekt met kleine doornachtige stekels. Alleen in het midden van de borstvinnen staan bij volwassen roggen geen stekels. Buik glad, met alleen stekels langs de opstaande randen. Meestal 9–13 stekels rond de ogen en een driehoek van stekels op de schouder. Op de staart vier rijen stekels, de binnenste twee doorlopend op de rug. Ogen zitten en spuitgaten (spiraculi) voor op de kop. Mond, neusgaten en vijf paar kieuwspleten aan de buikzijde.
Te verwarren met:
Lijkt onder meer op de Kleinoogrog Raja microocellata en de Gevlekte rog Raja montagui. In beide gevallen geeft de aan- of afwezigheid van de grote oogvlekken uitsluitsel. (De Kleinoogrog is overigens naar de in verhouding kleine ogen genoemd, niet naar eventuele oogvlekken). Lijkt soms ook op de Stekelrog Raja clavata, waarbij eveneens oogvlekken ontbreken en waarvan de borstvinnen hoekiger zijn.
Auteurs: IvL / RHB