a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Diplecogaster bimaculata (Bonnaterre, 1788)

Tweevlekkige zuignapvis
algemeen | ecologie & verspreiding | taxonomie | feedback (0)

Familie:Gobiesocidae
Typering: Mariene vissoort
Auteur: IvL / RHB
Herkenning
Klein, langwerpig visje met een verhoudingsgewijs grote, min of meer driehoekige kop. 4-5 (maximaal 6) cm. Kleurpatroon zeer variabel. Vaak met een oranjerode tot bloedrode basiskleur met grillig verlopende grotere, lichter gekleurde vlekken op willekeurige plaatsen op het lichaam. Vooraan op de flanken, achter de borstvinnen zit bij mannetjes meestal één donkerdere bijna ronde vlek met vaak een geelachtige rand. Ook vaak geelbruin met lichtbruine vlekken of een lichte basiskleur met donkere vlekken. Grotere vlekken kunnen ook ontbreken. Soms een vaag gemarmerd patroon of zeer kleine stippen in wit, lichtblauw of groen. Zeer lichte, bijna ongevlekte exemplaren komen ook voor. Staart, rug- en anaalvin vaak met geblokt of gevlekt patroon. Over de rug loopt een vage verdikking. Eén vrij korte rechte rugvin ver achterop de rug. De anaalvin is identiek en ligt ook helemaal achteraan. Borstvinnen stevig en wijd uitspreidbaar. De buikvinnen zijn aaneengegroeid tot een uit drie delen bestaande circa 3,5 cm brede zuignap. Ogen bol en verdikt, gelegen midden op de kop. Snuit toegespitst maar vrij stomp. Geen duidelijke schubben. Kieuwopeningen klein. Mond vrij klein met conische, gebogen, minieme maar scherpe tandjes voor in de kaken.
Te verwarren met:
Dit is de enige vertegenwoordiger van de 'clingfishes' die met zekerheid uit de Nederlandse wateren bekend is. Rondom de Britse eilanden leeft eveneens de Smalkop-zuignapvis Apletodon microcephalus. Deze heeft een smallere kop en andere tanden.
Auteurs: IvL / RHB