Ecologie & verspreiding Gele maskerbloem groeit op zonnige tot licht beschaduwde plekken op vochtige tot natte, matig voedselrijke tot voedselrijke bodems langs sloten, meren en rivieren. Planten vestigen zich vooral in pioniervegetaties op kale bodems van ’s zomers droogvallende oevers. Gele maskerbloem is oorspronkelijk afkomstig uit het westen van Noord-Amerika en is al vroeg in de 19e eeuw als sierplant in Europa ingevoerd. De eerste melding van verwildering binnen Nederland dateert uit 1836 uit Haarlem. Aanvankelijk werd de soort vooral aangetroffen langs de grote rivieren en binnen het stedelijk gebied. Tegenwoordig komt Gele maskerbloem verspreid over het hele land voor. De plant verspreidt zich door middel van zaden en losgeraakte stengelfragmenten. Zowel zaden als fragmenten kunnen door stromend water verspreid worden. De kleine zaden blijven echter maar een beperkte duur drijven. Alhoewel de soort zich in de jaren 90 van de vorige eeuw sterk uitgebreid heeft, zijn er vooralsnog geen aanwijzingen dat de soort in Nederland inheemse soorten verdringt. Uit het buitenland is wel bekend dat Gele maskerbloem een negatieve invloed kan hebben op de samenstelling van vegetaties uit het Vlotgras-verbond en bronvegetaties met Bronkruid.
CC-BY-SA 3.0 Niko Buiten, 2022
|
EcologieBodemZonnige of soms licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot natte, voedselrijke grond.
GroeiplaatsWaterkanten (langs sloten, vijvers en rivieren), moerassen en in krimpscheuren van droogvallende uiterwaarden.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam ingeburgerd. Voornamelijk in het rivierengebied van Midden-Nederland.
VlaanderenZeer zeldzaam ingeburgerd.
WalloniëZeer zeldzaam in de zuidelijke Ardennen.
WereldOorspronkelijk uit westelijk Noord-Amerika (Rocky Mountains). Gele maskerbloem werd In 1814 geïntroduceerd in Schotland als sierplant en verwilderde vervolgens in delen van Europa. Ingeburgerd in West- en Midden-Europa.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurBeringen, R. (2012) Gele maskerbloem; geen geel gevaar.
Kijk op Exoten 2: 10-10
Cortenraad, J. & T.J.D. Mulder (1997) Uit de flora van Limburg. Aflevering 39.
Natuurhistorisch Maandblad 86: 15-18
Edston, C. (1903) De Gele maskerbloem.
De Levende Natuur 8: 78-79
Jansen, H. (2019) Gele maskerbloem (Mimulus guttatus): een onschadelijke schoonheid?.
Twirre 29: 38-40
Matthews, J., R. Beringen, F.P.L. Collas, K.R. Koopman, B. Odé, R. Pot, L.B. Sparrius, J.L.C.H. van Valkenburg, L.N.H. Verbrugge & R.S.E.W. Leuven (2012)
Risk analysis of the non-native Monkeyflower (Mimulus guttatus) in the Netherlands. Radboud Universiteit, Nijmegen
Vuyck, L. (1906) Mimulus luteus - Gele Mimulus
Flora Batava 22: 1696-1696
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De holle, opstijgende tot rechtopstaande stengels zijn kaal of bovenaan behaard.
Bladeren De eironde tot langwerpige bladeren zijn onregelmatig getand. De onderste zijnn gesteeld, de bovenste niet.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemkelk is klokvormig met breed driehoekige tanden. De bovenste tand is het langst. De gele bloemkroon is 1-4½ cm. Meestal heeft de bloem roodbruine vlekken in de dicht behaarde keel. De keel is gesloten door 2 behaarde bobbels op onderlip. De bloeistengels zijn beklierd.
Vruchten Een doosvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 2 dagen eerder dan het langjarig gemiddelde.