Ecologie & verspreiding Zwartblauwe rapunzel is een langlevende voorzomerbloeier die overwintert met een raapvormig verdikte primaire wortel. Ze groeit bij voorkeur op basische tot zwak zure,vochtige, niet permanent natte, bodems. Zwartblauwe rapunzel heeft een zekere lichtbehoefte en groeit op relatief lichte plekken aan bosranden en langs bospaden en watergangen. Ook komt ze in beekdalhooilanden voor, op plaatsen die onder invloed staan van basenrijke kwel. De Nederlandse groeiplaatsen liggen aan de uiterste noordwestgrens van een areaal dat alleen het centrale deel van Europa omvat. De soort is de laatste decennia sterk achteruitgegaan en staat daarom op de Rode Lijst. De oorzaken van de achteruitgang zijn verruiging van de groeiplaatsen, vaak in combinatie met het achterwege blijven van beheer. In Drenthe is geconstateerd dat ook verzuring en vernatting van de bovengrond een rol speelt in de achteruitgang.
CC-BY-SA 3.0 Edwin Dijkhuis, 2014
|
EcologieBodemLicht beschaduwde, soms zonnige plaatsen op vochtige tot vrij natte, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende, humeuze grond (leem, zand en mergel).
GroeiplaatsBossen (loofbossen, beekbegeleidende bossen en langs bospaden in hellingbossen), grasland (greppelkanten, hooiland, beekdalgrasland, hellinggrasland) en bergweiden), bermen en waterkanten (slootkanten en langs beken).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam in Zuid-Limburg en zeer zeldzaam in Noord-Drenthe, Noord-Brabant, bij Nijmegen, in het zuiden van Twente en in de Achterhoek.
VlaanderenZeer zeldzaam, maar plaatselijk iets minder zeldzaam.
WalloniëVrij algemeen in de Ardennen en delen van Lotharingen en zeldzaam in het Maasgebied.
WereldMidden-Europa, ten noorden van de Alpen, van Noordoost-Frankrijk door Zuid-Duitsland tot in West-Tsjechië, noordelijk tot in Nederland en Noord-Duitsland, westelijk tot in Nederland en België. Voornamelijk in berg- en heuvelgebieden, maar in het noordwesten ook in de laagvlakte. Ingeburgerd in Zweden en Oost-Europa.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurDijkhuis, E. (2013) Zwartblauwe rapunzel.
FLORON-nieuws 19: 11-12
Dijkhuis, J.E., M.M. Kwak & J.C. Smittenberg (2015) Zwartblauwe rapunzel langs de Drenthse Aa.
De Levende Natuur 116: 122-126
Gevers Deynoot, P.M.E. (1853) Phyteuma nigrum - Violetkleurige Raponsje
Flora Batava 11: 851-851
Hofstra, J.J. & J.W. Bielen (2018) De Ruhenbergerbeek (Goorbach), refugium voor bijzondere planten.
Hypericum 16: 1-11
Oostermeijer Luijten, J.G.B., M. Kwak, E. Boerrigter & H. den Nijs (1998) Zeldzame planten in het nauw: problemen van kleine populaties.
De Levende Natuur 99: 134-141
van Andel, J., R.A. Wesselingh & H.J. van Donk (1988) The performance of progeny groups from two populations of Phyteuma nigrum, with particular reference to the chance of survival or extinction.
Acta botanica neerlandica 37: 165-169
Weeda, E.J. (1989)
Phyteuma nigrum F.W.Schmidt en
P. spicatum L. in Nederland.
Gorteria 15: 6-27
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Van de rechtopstaande stengels is het bovenste deel niet bebladerd.
Bladeren De bladeren zijn kaal. De wortelbladeren zijn meestal langer en smaller dan die van Witte rapunzel. Ze zijn eirond tot langwerpig en hebben een afgeronde, wigvormige of hartvormige voet. De middelste stengelbladeren zijn langwerpig, hebben meestal een wigvormige voet en de bladrand is meestal gekarteld, maar wel zwakker dan bij Witte rapunzel. Soms zitten op de rozetbladeren zwarte vlekken.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemaar is eerst vaak bolvormig, maar later vaak cylindervormig. De bloemen zijn donker paarsblauw, soms blauw of heel zelden wit. De bloemkroon is in het knopstadium gekromd. De stempel is meestal drielobbig. De omwindselbladen zijn lijnvormig en korter dan het hoofdje.
Vruchten Een doosvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.