Taxonomie & herkenning
De eerste geaccepteerde vondst (Landgoed Soelen, Betuwe) is opgegeven onder de naam Amanita battarrae (Rommelaars 2015). Een tweede vondst (Landgoed Hemmen, Betuwe), is gesequeneerd (Naturalis) en dat bleek Amanita fulvoides (Neville & Poumarat 2009). In 2020 is de soort ontdekt op 2 plekken in Amelisweerd (Utrecht), ook dit materiaal is gesequeneerd (in 2023) en bleek eveneens A. fulvoides. De soort was eerst benoemd als A. submembranacea (Brokkelzakamaniet) waarschijnlijk vanwege de vele ronde cellen in de volva van deze vondst.
Hoe is deze soort te herkennen? De soort lijkt, zoals de wetenschappelijke naam aangeeft, op de roodbruine slanke amaniet (A. fulva), maar heeft in plaats daarvan een grijsbruine hoed (soms met een olijftint) die bovendien sterk concentrisch gezoneerd is. Op de hoed zijn geen velumplakjes aanwezig. Typisch voor deze soort (t.o.v. andere grijsachtige amanita’s) zijn de oranjebruine vlekken op de buitenzijde van de volva (vooral bij de wat oudere exemplaren), waaraan de soort ook zijn Engelse naam heeft te danken (Freckled Volva Ringless Amanita). De soort groeit bij loofbomen, vooral eik op rijkere bodem (klei), al zijn er ook sequenties op GenBank van naaldbomen bekend. Dat laatste roept de vraag op naar soortonderscheid binnen deze groep van ringloze amanieten. De literatuur over deze groep en de daarbij behorende foto’s zijn nogal verwarrend en het laatste woord is daar zeker nog niet over gezegd. In de literatuur zijn drie namen in omloop, nl. A. fulvoides , A. battarrae en A. umbrinolutea. De beschikbare sequenties geven aan dat er sprake is van twee, nauw-verwante soorten (waarvoor dus drie namen in omloop zijn). De naam A. battarrae is door verschillende auteurs verschillend geïnterpreteerd. Voor sommige auteurs (bv. Krieglsteiner) is A. battarrae hetzelfde als wat in Moser A. umbrinolutea wordt genoemd, een Midden-Europese soort van oudere, voedselarme sparrenbossen in de bergen (Arnolds & Huijser, 2017). Voor die soort is A. umbrinolutea de oudere en dus correcte naam. In Funga nordica wordt de naam A. battarrae echter gebruikt voor een soort van loof- en naaldbossen, maar ook van parken en graslanden (waar ongetwijfeld verspreide bomen staan), voedselrijke loofbossen, en die soort komt wellicht eerder overeen met A. fulvoides, die ook uit Denemarken bekend is. We laten de drie Nederlandse vondsten van A. fulvoides echter wel onder de naam A. battarrae staan, maar hebben A. fulvoides als synoniem toegevoegd omdat de soort met de bestaande sleutel uit de Funga nordica anders niet gedetermineerd kan worden. Het is niet erg waarschijnlijk dat A. umbrinolutea in Nederland opduikt. Waar de beide soorten ecologisch duidelijk verschillen, is het niet makkelijk om goede morfologische verschillen te vinden. De oranjebruine vlekken aan de buitenzijde van de volva kunnen namelijk ook voorkomen bij A. umbrinolutea.
N.B. De structuur van de volva wordt in de sleutels van de ringloze amanieten vaak gebruikt als kenmerk om soorten van elkaar te onderscheiden. Het gaat er dan om of die volva uit vooral draadvormige hyfen bestaat of dat er ook veel ronde cellen in aanwezig zijn. Dit determinatiekenmerk blijkt in de praktijk niet erg betrouwbaar. Zo bestond de volva van het materiaal uit Hemmen hoofdzakelijk uit langwerpige cellen, terwijl het materiaal uit Amelisweerd heel veel ronde cellen had.
Mirjam Veerkamp & Thom Kuyper, 2023 CC-BY-SA 3.0
|