Tekst uit het Overzicht van de Paddestoelen in Nederland (1995)
Psathyrella corrugis (Pers.: Fr.) Konr. & M. sensu str.
Sierlijke franjehoed
Synoniemen
Psathyrella gracilis (Fr.: Fr.) Quél; Psathyrella caudata (Fr.: Fr.) Quél.
Exclusief
Psathyra caudata sensu J. Lange; Drosophila caudata sensu Kühn. & Romagn. (= P. atrolaminata)
Illustraties
M. Bon, Mushr. Toadst.: 267. 1987; J. Lange, Fl. agar. dan. 4: pl. 154B. 1939 (beide als P. gracilis); Michael, Hennig & Kreisel, Handb. Pilzfr., 3. Aufl., 4: pl. 277. 1985.
Beschrijving
Kits van Wav., Persoonia 6: 250-269, fig. 1-42. 1971; idem, Coolia 16: 38-41, fig. a, b. 1973; idem, Persoonia Suppl. 2: 43-50, fig. 6-13. 1985 (alle als P. gracilis).
Verspreiding
Alg. in het hele land.
Oecologie
Saprotroof op kleine takjes en houtsnippers, minder vaak op humeuze grond, in loofbossen, parken, tuinen, wegbermen, zelden graslanden, op allerlei voedselrijke bodemtypen, vaak op omgewerkte grond.
Variëteiten
Kits van Wav. (loc. cit. 1985) onderscheidt binnen deze soort (door hem P. gracilis genoemd) naast f. gracilis, 116.27.3., alg.) vormen met witte lamellen zonder sporen (f. substerilis Kits van Wav., 116.27.4., zeld.), met een grotere, sterk ruguleuze hoed (f. corrugis (Pers.: Fr.) Kits van Wav., 116.16.0., vrij zeld.), met bredere, stompe cystiden (f. clavigera Kits van Wav., 116.27.2., vrij zeld.), en met een bleke in plaats van roodgerande lamelsnede en stompe pleurocystiden (f. albolimbata Kits van Wav., 116.27.1., zeer zeld.).
Opmerkingen
Forma corrugis is in St.lijst (1984) en Mos. opgenomen als zelfstandige soort, P. corrugis. Er zijn echter veel overgangen naar f. gracilis.
|