Ecologie & verspreiding
Japanse duizendknoop is oorspronkelijk inheems in Japan, China, Taiwan en Korea. Tussen 1829 en 1841 is zij uit Japan ingevoerd door Von Siebold. Zijn kwekerij in Leiden is waarschijnlijk de bron van de meeste, zo niet alle, Japanse duizendknopen in Europa geweest. Japanse duizendknoop is een variabele taxon. De vorm die in Europa het meest wordt aangetroffen is de variƫteit Fallopia japonica var. japonica. Dit is een octoploide (2n=88) vorm, waarvan buiten Europa alleen planten met functioneel vrouwelijke bloemen (met steriele meeldraden) worden aangetroffen. Alle Europese planten van deze variƫteit behoren waarschijnlijk tot dezelfde kloon. Als tuinplant is ook Fallopia japonica var. compacta in de handel. Dit is een tetraploide (2n=44) plant, waarvan zowel tweeslachtige als vrouwelijke planten bekend zijn. Fallopia japonica var. compacta verschilt van var. japonica door de geringere afmetingen(slechts 30-70 cm hoog), bladeren die even lang als breed zijn, een gegolfde bladrand en een roodachtig bruin bloemdek. Er komen ook hexaploide (2n=66) vormen van Japanse duizendknoop voor. Deze planten onderscheiden zich van var. japonica door de meer langwerpige, donkergroene bladen met een iets gegolfde bladrand. Deze planten zijn waarschijnlijk kruisingen tussen var. japonica en var. compacta en hebben meestal tweeslachtige bloemen.
De eerste gedocumenteerde waarneming van verwildering binnen Nederland dateert uit 1886.Pas na 1950 is de soort op grote schaal gaan verwilderen. De groeiplaatsen ontstaan door het storten van tuinafval met plantenresten. Uit kleine stukken wortelstok kunnen al gauw nieuwe planten ontstaan. Japanse duizendknoop komt vooral voor op ruderale plekken nabij bebouwing. Door vegetatieve vermeerdering met behulp van kruipende wortelstokken kan de soort zich sterk uitbreiden en alle andere kruiden ter plekke verdringen. Ze ontbreekt alleen in de laagveengebieden en in grootschalige landbouwgebieden op kleigrond. De Boheemse duizendknoop (Fallopia x bohemica),de kruising van Japanse duizendknoop met Sachalinse duizendknoop (Fallopia sachalinensis) lijkt sterk op Japanse duizendknoop en wordt waarschijnlijk geregeld voor Japanse duizendknoop aangezien. De Boheemse duizendknoop is mogelijk algemener dan Japanse duizendknoop. Zie voor onderscheidende kenmerken de tekst bij dit taxon.
CC-BY-SA 3.0Ā Ruud Beringen, 2014
|
EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen op matig vochtige, voedselrijke grond (zand, leem en zavel).
GroeiplaatsBosranden, bossen (loofbossen, bronbossen, beekbossen, parkbossen en landgoedbossen), langs spoorwegen (spoordijken en spoorbermen), braakliggende grond, grazige dijken, waterkanten (sloten, beken, kanalen en rivieren), bermen, tuinen, ruigten (humeuze ruigten), ruderale plaatsen, afgravingen (zandgroeven) en industrieterreinen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen. Het meest in Noord-Brabant, Gelderland, Overijssel en in de kuststrook.
VlaanderenVrij algemeen, maar minder in de Polders en in de Kempen.
WalloniƫVrij algemeen.
WereldOorspronkelijk uit Japan, China en Taiwan. Ingeburgerd in Europa (sinds de negentiende eeuw), behalve in de meest zuidelijke landen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurAlberternst, B., M. Bauer, R. Bƶcker & W. Konold (1995) Reynoutria-Arten in Baden-WĆ¼rttemberg - SchlĆ¼ssel zur Bestimmung und ihre Verbreitung entlang von FliessgewƤssern.
Floristische Rundbriefe 29: 113-124
Christenhusz, M.J.M. & G.A. van Uffelen (2001) Verwilderde Japanse planten in Nederland, ingevoerd door Von Siebold.
Gorteria 27: 97-108
de Groot, C. & J. Oldenburger (2011)
De bestrijding van invasieve uitheemse plantensoorten. Probos
Duistermaat, H., D.M. Soes, J. van Valkenburg, B.J. van Heuven, B. Zonneveld & P.J.A. Kessler (2012)
Actuele verspreiding en risicoās van mannelijk fertiele Fallopia japonica (Polygonaceae) planten. Naturalis, Bureau Waardenburg & NVWA
Floristenclub Gelderse Vallei (1971) Neofieten van Midden-Nederland.
Gorteria 5: 136-146
Godefroid, S. (1996) Ć propos de l'extension spectaculaire de
Fallopia japonica,
F. sachalinensis,
Buddleja davidii et
Senecio inaequidens en RĆ©gion bruxelloise.
Dumortiera 63: 9-16
Hoste, I. & F. and Verloove Bailey (2017) Two recent records from Belgium of established plants of
Fallopia x conollyana: A low profile alien steps into the open.
Dumortiera 112: 8-13
Sanchez, A., T.M. Schuster & K.A. Kron (2009) A large-scale phylogeny of Polygonaceae based on molecular data.
International Journal of Plant Sciences 170: 1044-1055
Schuster, T.M., K.L. Wilson & K.A. Kron (2011) Phylogenetic Relationships of
Muehlenbeckia,
Fallopia, and
Reynoutria (Polygonaceae) investigated with chloroplast and nuclear sequence data.
International Journal of Plant Sciences 172: 1053-1066 [Ondersteunt de plaatsing van Fallopia japonica s.l. in Reynoutria. Herkenning: Reynoutria heeft pluimvormige bloeiwijzen, lange stijlen en vrijstaande meeldraden; Fallopia heeft trossen, korte stijlen en vergroeide meeldraden.]
Siebel, H.N. & A. Reichgelt (2020)
PraktijkadviesĀ invasieve exotische planten. VBNE [Advies voor de bestrijding van invasieve exoten]
Soes, D.M., J.L.C.H. van Valkenburg & H. Duistermaat (2010) Gezocht: Japanse duizendknopen!
Gorteria 34: 144-145
van der Sneppen, P. (2020) Heeft Japanse duizendknoop eindelijk zijn Nemesis gevonden?
Stad en Groen 120: 58-63
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De forse, rechtopstaande stengels zijn buisvormig, blauwgroen of vaak roodachtig en bovenaan vertakt.
Bladeren De gesteelde, breed eirond-driehoekige bladen zijn iets leerachtig. De bovenste bladen zijn 5-12 cm. Ze zijn aan de voet recht afgeknot en hebben vier tot zes paar zijnerven.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De smalle pluimen zijn bebladerd. Ze groeien in de bovenste bladoksels. De bloemen zijn wit. Drie op de kiel gevleugelde bloemdekslippen omgeven de twee andere. De bloeiwijze-as is begroeid met korte Ć©Ć©n-Ā of tweecellige haren. De tuitjes in de bloeiwijze zijn vrijwel kaal en afgerond of kort toegespitst.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De glanzende zaden zijn zwart. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL