LiteratuurBeijerinck, W. & A.J. ter Pelkwijk (1950) De voornaamste bramen in het Drentse district.
De Levende Natuur 53: 167-172
Beijerinck, W. & A.J. ter Pelkwijk (1950) De voornaamste bramen in het Drentse district. II.
De Levende Natuur 53: 191-196
Beijerinck, W. & A.J. ter Pelkwijk (1950) De voornaamste bramen in het Drentse district. III.
De Levende Natuur 53: 211-216
Beijerinck, W. & A.J. ter Pelkwijk (1952) Nieuwe Bramen uit het Drentse district.
De Levende Natuur 55: 89-96
Loos, G.H. (1998) Die Brombeeren (
Rubus L. subgenus
Rubus) der Umgebung der Ruhr-Universität Bochum.
Floristische Rundbriefe 32: 32-43
Loos, G.H. (2005) Zur Arealstufenklassifikation bei
Rubus L. subgen.
Rubus (Rosaceae).
Floristische Rundbriefe 39: 77-86
Loos, G.H. (2006) Taxonomische Revision einiger einander nahestehender Brombeersippen (
Rubus L. subgen.
Rubus, Rosaceae).
Floristische Rundbriefe 40: 131-143
Matzke-Hajek, G. (1995) Bemerkenswerte Erstfunde von Brombeeren (
Rubus L., Rosaceae) in Nordrhein-Westfalen und Rheinland-Pfalz.
Floristische Rundbriefe 29: 169-172
Meijer, K. (2000) Nieuwe bramen uit het noorden van Nederland.
Gorteria 26: 209-224
Savelsbergh, E. (1990) Zwischenbalanz zur Rubusflora von Aachen.
Floristische Rundbriefe 24: 27-30
Savelsbergh, E. (1994) Die Verbreitung dreier von Johann Kaltenbach beschriebenen Brombeer-Sippen im Stadtbereich Aachen.
Floristische Rundbriefe 28: 44-57
van de Beek, A. (2005) Nieuwe gegevens over de sectie
Rubus uit het genus
Rubus L. in Nederland.
Gorteria 31: 68-79
van de Beek, A. (1998) Nieuwe bramen uit de sectie
Rubus uit het zuiden van het land.
Gorteria 24: 19-30
van de Beek, A. (1997) Nieuwe soorten uit het genus
Rubus L. uit de binnenduinen.
Gorteria 23: 5-13
van de Beek, A. (1988) Batologische notities: 4. Nieuwe gegevens over
Rubus L.
Gorteria 14: 19-23
van de Beek, A. (1984) Batologische notities: 3. Nieuwe gegevens over
Rubus L.
Gorteria 12: 56-61
van de Beek, A. (1981) Batologische notities: 2. Nieuwe gegevens over
Rubus.
Gorteria 10: 147-150
van de Beek, A. (1979)
Rubus promachonicus Beek - een nieuwe naam voor
R. lejeunei Whe.
Gorteria 9: 281-283
van de Beek, A. (1978) Bramen in Zuid-Limburg.
Gorteria 9: 80-88
van de Beek, A. (1977) Twee nieuwe
Rubus-ondersoorten.
Gorteria 8: 124-128
van de Beek, A. (2013)
R. phoenicolasius Maxim. van de Beek, A., R.J. Bijlsma & F.M. Muller (1986)
Rubus aurora: een nieuwe braam uit het IJsseldal.
Gorteria 13: 38-40
van de Beek, A. & H.E. Weber (1994)
Rubus bovinus, spec. nov., en de identiteit van
R. pyramidatus P.J. Muller.
Gorteria 20: 124-132
Weber, H.E. (1974) Notizen zur Verbreitung der gattung
Rubus L. im Emsland anlässlich der Regionalstellenleiter-Tagung in Lathen vom 28.-30.9.1974.
Göttinger Floristische Rundbriefe 8: 118-118
Weber, H.E. (1975) Bemerkungen zur
Rubus-Flora von Regensburg im Zusammenhang mit der Regionalstellenleiter-Tagung vom 6.-8.9.1974.
Göttinger Floristische Rundbriefe 9: 53-56
Weber, H.E. (1992) Kartierung der Brombeeren (Gattung
Rubus L., Subgen.
Rubus) in Deutschland und angrenzenden Ländern.
Floristische Rundbriefe 26: 116-124
Weber, H.E. (1998) Wichtigste Nachträge zur Gattung
Rubus in Deutschland als Ergänzung zur Flora von Hegi 1995.
Floristische Rundbriefe 32: 57-73
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn eerst lichtgroen, later worden ze rood. Op de stengels groeien dunne, scherpe stekels, die gemakkelijk in de huid achter kunnen blijven. Ook groeien er vele lange, rode klierhaartjes aan de stengels en de bladstelen. Alleen de tweejarige stengels dragen vrucht, waarna ze afsterven.
Bladeren De geveerde bladeren zijn drie- of vijftallig. Aan de bovenkant zijn ze lichtgroen en aan de onderkant grijs.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De roze kroonbladen zijn naar binnen gekromd. Na de bloei sluiten de kelkslippen zich over de groeiende vrucht, maar zodra de vrucht rijp wordt, wijken ze weer terug.
Vruchten Een steenvrucht. De helderrode en glanzende bessen bestaan uit vele kleine vruchtjes (het ie een verzamelsteenvrucht). De bes laat gemakkelijk los van de bloembodem. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL