LiteratuurBeijerinck, W. (1934)
Sphagnum en Sphagnetum. Versluys, Amsterdam
Bouman, A.C. (2002)
De Nederlandse veenmossen. Flora en verspreidingsatlas van de Nederlandse Sphagnopsida. KNNV Uitgeverij, Utrecht
Daniels, R.E. & A. Eddy (1985)
Handbook of European Sphagna. Institute of Terrestrial Ecology, Huntingdon
De Zuttere, P. (1974) Les Sphaignes de Belgique. RƩflexions sur les systƩmatique du genre
Sphagnum L. ClƩs de dƩtermination et petit prodrome de la flore des sphaignes de Belgique.
Les Naturalistes Belges 55: 258-282
Dierssen, K. (1996) BestimmungsschlĆ¼ssel der Torfmoose in Norddeutschland.
Mitteilungen der Arbeutsgemeinschaft Geobotanik in Schleswig-Holstein und Hamburg, Neue Folge 50: 1-86
Dirkse, G.M. (1987) De veenmossen (
Sphagnum) van Nederland I. Sectio
Subsecunda.
Lindbergia 13: 165-169
Flatberg, K.I. (1991) The European taxa in the
Sphagnum recurvum complex. 2. Amended descriptions of
Sphagnum brevifolium and
S. fallax.
Lindbergia 17: 96-110
Koopman, J. (2003) Veenmossen in FryslĆ¢n.
Twirre 14: 7-10
Lange, B. (1982) Key to the northern boreal and arctic species of
Sphagnum, based on characteristics of the stem leaves.
Lindbergia 8: 1-29
Minnema, N. (2012) Veenmos voor duurzaamheid.
Twirre 22: 15-16
SĆ„stad, S.M. & K.I. Flatberg (1994) Leaf size and shape in the
Sphagnum recurvum complex: taxonomic significance and habitat variation.
Journal of Bryology 18: 261-275
Verspreidingstrend van de soort
Het voor waarnemingsinspanning gecorrigeerde, of door een expert geschatte aantal atlasblokken (5x5 km)
waarin de soort voorkomt per periode van tien jaar. Soms fluctueert het aantal sterk. Hoe vloeiender de lijn,
des te betrouwbaarder de grafiek. Bron: Rode Lijst Mossen 2010. Ā© BLWG 2011
download in hoge resolutie