a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
kaart
Tricellaria inopinata d'Hondt & Occhipinti Ambrogi, 1985

Onverwacht mosdiertje
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Het Onverwacht mosdiertje vormt opgerichte vertakte kolonies, vastgehecht met rhizoïden. De takjes bestaan uit alternerende zoïden in 2 rijen. De eerste zoïden na een vertakking hebben een chitineuze verbinding. De zoïden zijn langwerpig, proximaal smal en hebben distaal een ovale frontale membraan. Op de zoïde staan 3 stekels op de buitenste distale hoek, de meest proximale daarvan is meestal op het einde gevorkt. Er staan 2 of 3 stekels op de distale binnenhoek. De zoïde in de oksel van de vertakking draagt 1 of meer grote stekels. Het scutum is vaak gelobd als een elandgewei en bedekt slechts de proximale helft van het frontale membraan. Het scutum is echter variabel: het kan een gaaf plaatje zijn, of gelobd in 2, 3 of 4 delen. De polypide hebben 13 tentakels. De avicularia zijn groot, zo breed als een zoïde, lateraal, driehoekig, met op de distale zijde een mandibel. Er zijn geen frontale avicularia. De broedkamers zijn bolvormig, even lang als breed, met duidelijke poriën, die onderling verbonden zijn door lijntjes. De embryo’s zijn roze. Losgelaten larve zijn geel met enkele rozerode stipjes. De ancestrula hebben de vorm van een klein kommetje met 10 lange stekels rond een frontaal membraan.
Te verwarren met:
Het Onderwacht mosdiertje is te verwarren met Cradoscrupocellaria reptans en C. ellisii. Bij het Onverwacht mosdiertje is het scutum vaak gelobd als een elandgewei en bedekt slechts de proximale helft van het frontale membraan. Bij Cradoscrupocellaria bedekt deze het frontale membraan bijna geheel. Verder is het Onverwacht mosdiertje te verwarren met Scrupocellaria, maar bij deze groep van soorten komen geen grote laterale avicularia voor.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto52395