Groeiwijze
|
Klimmend
|
Dwergstruiken
|
Rechtopstaande struik
|
Laag blijvende struik met veel uitlopers
|
Rechtopstaande struik met veel uitlopers
|
Rechtopstaande struik
|
Rechtopstaande struik
|
Rechtopstaande struik
|
Bladbovenzijde
|
Kaal, matgroen van kleur
|
Kaal, matgroen van kleur
|
Kaal, roodachtig groen of blauwachtig berijpt
|
Kaal, donkergroen van kleur, sterk gerimpeld
|
Spaarzaam behaard, lichtgroen van kleur, nauwelijks gerimpeld
|
Kaal of licht behaard
|
Behaard, grijsgroen van kleur
|
Kaal, soms met zittende klieren op de tanden
|
Bladonderzijde
|
Spaarzaam tot dicht behaard
|
Kaal en onbeklierd
|
Kaal en onbeklierd
|
Dicht behaard, blauwgroen van kleur
|
Spaarzaam behaard
|
Dicht bezet met kort gesteelde kleverige klieren
|
Viltig behaard en met zittende klieren
|
Kaal, soms met enkele klieren op de hoofdnerf
|
Bladsteel & bladspil
|
Behaard en beklierd
|
Kaal en onbeklierd
|
Kaal en onbeklierd
|
Behaard en beklierd
|
Behaard en beklierd
|
Kaal, met kort gesteelde klierharen
|
Dicht viltig behaard, meestal beklierd
|
Kaal, vaak beklierd
|
Geur bij kneuzen blad
|
-
|
-
|
-
|
-
|
-
|
Appelgeur
|
Harsgeur
|
-
|
Stekels op de takken
|
Vaak onbestekeld
haakvormig gekromd
|
Ongelijksoortig
naaldvormig (veel!)
|
Gelijksoortig
takken blauw berijpt
|
Ongelijksoortig
grote harige stekels & kleine naaldvormige stekels (onbeklierd)
|
Ongelijksoortig
Grote harige stekels & kleine naaldvormige stekels (beklierd)
|
Gelijksoortig of ongelijksoortig
haakvormig gekromd
|
Gelijksoortig
stekels slank en licht gebogen
|
Gelijksoortig
haakvormig gekromd
|
Bloeiwijze
|
10-20 bloemen in een tros
|
Alleenstaand
|
2-6 bloemen
|
Alleenstaand of 2-3 bijeen, sterk geurend
|
Alleenstaand of 2-3 bijeen
|
1-3 bloemen
|
2-3 bloemen
|
1-10 bloemen
|
Kelkbladen
|
Gedeeld of ongedeeld
Behaard, bij rijpiging afvallend
|
Ongedeeld
Kaal, tot in de winter blijvend
|
Ongedeeld
Beklierd, tot in de winter blijvend.
|
Ongedeeld
Behaard en beklierd, tot in de winter blijvend.
|
Ongedeeld
Kaal, tot in de winter blijvend
|
Gedeeld
Sterk beklierd, deels tot in de winter blijvend.
|
Gedeeld
Viltig behaard, bij rijping afvallend
|
Gedeeld
Meestal kaal, bij rijping afvallend
|
Kleur rijpe bottels
|
Rood
|
Bruin/paars/zwart
|
Bruin/oranjerood
|
Rood
|
Donkerrood
|
Rood
|
Rood, met gesteelde klieren
|
Rood
|
Stijl
|
Vergroeid tot een zuiltje
|
Vrij
|
Vrij
|
Vrij
|
Vrij
|
Vrij
|
Vrij
|
Vrij
|