Rozetbladen tijdens bloei
|
Verwelkt
|
Verwelkt
|
Aanwezig
In een breed gevleugelde steel aflopend, sterk beklierd |
Aanwezig
Tanden naar achteren gericht (zie foto stap 5 in de sleutel)
|
Aanwezig
Tanden zijwaarts of naar voren gericht (zie foto stap 5)
|
Verwelkt, soms aanwezig
|
Stengelbladen
|
Talrijk
Smal met naar beneden omgerolde bladranden, daardoor op het oog ongetand
|
Talrijk
Zeer dicht opeenstaand, met brede voet zittend
|
3-6
Met hartvormige voet stengelomvattend, sterk beklierd
|
0-1 (-2)
|
1-4 (-12)
|
5-35
Minder talrijk als Boshavikskruid. Vrij smal, met wigvormige voet zittend
|
Omwindselbeharing
|
Kaal tot spaarzame, gewone beharing
|
Spaarzame, gewone haren. Geen klierharen
|
Dichte, lichte beharing & veel klierharen
|
Dichte, donkere beharing & veel klierharen
|
Dichte, donkere beharing & weinig klierharen
|
Lichtkleurige, gewone haren. Weinig tot geen klierharen
|
Bloembodem
(zie foto's stap 3 in de sleutel)
|
-
|
Putjes op de bloembodem met haarachtig verlengde tanden
|
-
|
-
|
-
|
Putjes op de bloembodem zonder haarachtig verlengde tanden
|