|
Agrostis stolonifera L.
Fioringras
|
EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde, open tot grazige, vaak verstoorde plaatsen op vochtige tot natte, matig tot zeer voedselrijke, zure tot kalkrijke grond en in ondiep, zeer voedselrijk water. Zowel in zoet als in zilt milieu. GroeiplaatsBossen (o.a langs drassige bospaden), bermen, grasland (nat weiland, grasland, dat tijdelijk of onregelmatiog onder water komt en brakke veenweiden), braakliggende grond, opgespoten of afgegraven terreinen, wegranden, wagensporen, waterkanten, moerassen (drijftillen en rietland), zeeduinen (jonge duinvalleien en zelden door de vloed bereikte strandvlakten), zones met zilte kwel achter de zeedijk en hoge kwelders (schorren).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandAlgemeen. VlaanderenAlgemeen. WalloniƫAlgemeen. WereldGematigde en koelere streken op het noordelijk halfrond. In Noord-Amerika is het waarschijnlijk ingeburgerd, evenals op een aantal plaatsen op het zuidelijk halfrond.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurDuwensee, H.A. (1992) Zur AnthocyanfƤrbung bei Agrostis stolonifera L. auf Schwemetallbƶden (Pb, Zn) im Harz. Floristische Rundbriefe 26: 48-49 Jansen, P. (1951) Gramineae. Flora Neerlandica : 7-274 JĆ³nsdĆ³ttir Ć., G. (1991) Effects of density and weather on tiller dynamics in Agrostis stolonifera, Festuca rubra and Poa irrigata. Acta botanica neerlandica 40: 311-318 Kik, C., T.E. Linders & R. Bijlsma (1993) Ploidy level and somatic chromosome number variation in Agrostis stolonifera. Acta botanica neerlandica 42: 73-80 Kops, J. & H.C. van Hall (1832) Agrostis alba - Wit Struisgras Flora Batava 6: 406-406 van Eeden, F.W. (1884) Agrostis stolonifera - Kruipend Struisgras Flora Batava 16: 1209-1209 TaxonomieRijk: | Plantae | Stam: | Tracheophyta | Klasse: | Spermatopsida | Orde: | Poales | Familie: | Poaceae | Agrostis stoloniferaĀ L.Ā (1753) | Nederlands: | Fioringras | Engels: | Creeping Bent / Fiorin | Duits: | Kriechendes Straussgras | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | Fioringras zou kunnen zijn afgeleid van het ItaliaanseĀ fiorinoĀ (bloempje), vanwege de zachtheid van zijn aren, maar het zou ook kunnen dat het afstamt vanĀ fiorinoĀ (gulden), naar de zilverachtige kleur.Ā AgrostisĀ komt van het GriekseĀ agroostis, waarmee allerlei wilde kruiden en grassen werden aangeduid.Ā AgrostisĀ is afgeleid vanĀ agrosĀ (veld) enĀ grastisĀ (gras).Ā StoloniferaĀ betekentĀ uitlopers dragend.
| Bron: Standaardlijst 2003 | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | Ā | Zoeken in GBIF | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Lange bovengrondse uitlopers, wortelend op de knopen. De plant vormt pollen of matten. Bladeren De bladeren zijn 2-5 mm breed. Het tongetje wordt tot 6 mm lang, is min of meer driehoekig en minstens even lang als breed. Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De smal kegelvormige pluim is 1-10 cm lang. De bloemen zijn meestal bleek, witachtig of groenig tot iets paarsbruin. Vruchten Een graanvrucht. De zaden zijn kortlevend (Ć©Ć©n tot vijf jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met Ć©Ć©n kiemblaadje).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode. Ā© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021. De bloeiperiode is dit jaar 8 dagen eerder dan het langjarig gemiddelde.
|