Tekst uit het Overzicht van de Paddestoelen in Nederland (1995)
Hygrocybe conica (Schaeff.: Fr.) Kumm.
Zwartwordende wasplaat
Synoniemen
Hygrophorus conicus (Schaeff.: Fr.) Fr.; Hygrocybe tristis (Pers.) F. Møller; Hygrocybe pseudoconica J. Lange; Hygrocybe conicopalustris R. Haller ex M. Bon; Hygrocybe riparia Kreisel
Illustraties
M. Bon, Mushr. Toadst.: 105. 1987 (ook als H. nigrescens, H. tristis); J. Lange, Fl. agar. dan. 5: pl. 167D, F, F1, H. 1940; R. Phillips, Paddest. Schimm.: 61. 1981; Weeda et al., Nederl. oecol. Fl. 5: 61. 1994.
Beschrijving
Arnolds, Fl. agar. neerl. 2: 82-85, fig. 57-59. 1990; Hesler & Smith, N. Amer. Spec. Hygrophorus: 110-112, fig. 5, 27, 28. 1963.
Verspreiding
Vrij alg.; alg. in W, R en Z, vrij alg. in Y, elders matig alg. tot vrij zeld. Vanaf het voorjaar tot de herfst. Kaart in Nauta & Vellinga, Atlas. 1995.
Oecologie
Saprotroof op de grond in niet of weinig bemeste graslanden, vochtige duinvalleien, wegbermen, rietlanden, ook vrij vaak in loofbossen op zeer uiteenlopende, natte tot droge, zure tot basische bodemtypen.
Bedreiging
In Rode Lijst (1989) var. conicopalustris als bedreigd (3) in verband met zeldzaamheid en kwetsbaarheid van biotoop voor vermesting en verdroging.
Variëteiten
Een zeer variabele soort, waarbinnen de volgende variëteiten en vormen worden onderscheiden (door veel andere auteurs op soortsniveaus, bijv. door Mos., Röhrlinge-Blätterpilze, 5. Aufl. 1983): var. conica met forma conica (059.08.0.) met een oranje tot rode, spits kegelvormige hoed, ± 12-40 mm breed en een steel van 2-7 mm dik (vrij alg.) en forma pseudoconica (J. Lange) Arnolds (059.23.0. = H. nigrescens sensu auct.) met dezelfde kleuren, maar een stomp kegelvormige hoed van 35-70 mm breed en een steel van 5-12 mm dik (vrij alg.); var. chloroides (Malenç.) M. Bon (059.38.0. = H. tristis sensu auct.) met de habitus van H. nigrescens, maar een vanaf het begin gele hoedkleur (zeer zeld.) en var. conicopalustris (R. Haller ex) Arnolds (059.10.0.) met zeer kleine vruchtlichamen (hoed 4-15 mm, oranje tot rood), groeiend op moerassige plaatsen (zeld., voornamelijk in W).
Opmerkingen
Var. chloroides in St.lijst (1984) als H. tristis, f. pseudoconica als H. nigrescens, var. conicopalustris als H. conicopalustris.
|