a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
algemeen | beleid en bescherming | ecologie & verspreiding | taxonomie | trend

Typering: Mariene mosdiertje
Herkenning
Puellina praecox vormt kleine onregelmatige korsten. De zoïden zijn onregelmatig gerangschikt, ovaal en convex. Het frontale schild heeft 8 tot 10 costae. De costa hebben een brede basis en een hoge bult en een versmallend horizontaal deel zodat de rand van het schild hoger is dan het centrum. Er zijn 4 grote intercostale poriën. Deze liggen in distale rijen en zijn groter dan de overige poriën. De opening is D-vormig met proximaal twee knobbeltjes en een grote suborale holte. Er zijn 5 lange orale stekels, 4 bij de broedkamer. Avicularia en kenozoïden niet aanwezig. De broedkamers liggen op het substraat en zijn iets breder dan lang met 2 tot 5 duidelijke frontale knobbels, waarvan de top soms niet verkalkt is. De ancestrula heeft een ovaal frontaal membraan dat omringd is door 11 stekels.
Te verwarren met:
Puellina praecox lijkt wat het frontale schild betreft sterk op Puellina bifida, maar bij aanwezigheid van broedkamers zijn de soorten gemakkelijk van elkaar te onderscheiden. Bij P. bifida rust de broedkamer op de volgende zoïde en dat is bij Puellina praecox niet het geval.
Auteurs: Hans De Blauwe
 
foto53136