Verspreiding
De vindplaatsen bij Jutphaas (thans Nieuwegein) en Essen in de Gelderse Vallei dateren van rond 1850. In 1974 werd P. marchica ontdekt in de Wieden, in de befaamde trilvenen bij de Kerkgracht en de Bakkerskooi, samen met Scorpidium cossonii en S. scorpioides, en later ook in de Schinkellanden en bij het Molengat bij Giethoorn. Het gaat zonder uitzondering om zeer kleine groeiplaatsen. Hiermee is kraggenstaartjesmos een van de zeldzaamste mossen in Nederland, mede gezien de overwegend kritieke status elders in Europa. Kraggestaartjesmos heeft een zeer diffuse gematigd-mediterrane verspreiding in Europa. Het is zowel op de Britse eilanden als in het Noordwest-Europese laagland incl. middelgebergtes altijd extreem zeldzaam geweest en vaak efemeer in voorkomen. In België, Luxemburg, Frans Lotharingen en Picardië komt het niet (meer) voor. In Zwitserland, Tsjechië en Slowakije is het (ernstig) bedreigd. In Roemenië heeft het de Rode Lijst status gevoelig.
Summary
Philonotis marchica is found twice in The Netherlands in the 19th century. Since 1974 the species is known from some rich fens and along ditches in a small part of the peat area of The Netherlands. It is one of the rarest species in The Netherlands.