< Meer determinatiehulpen

laatst gewijzigd op 16-07-2024

Basterdwederik - Epilobium

Stef van Walsum


Inleiding

Het geslacht Epilobium bestaat in Nederland uit ongeveer 10 soorten waarvan een aantal lastig van elkaar te onderscheiden zijn. Door te kijken naar de vorm van de stempel (4-lobbig of knotsvormig) en de aan- of afwezigheid van lijsten op de stengel zijn de soorten in twee groepen op te delen. 

Vergelijking

4-lobbige stempel, stengel zonder lijsten

  (foto: Theo Muusse) 

 

Viltige basterdwederik

Epilobium parviflorum

Lancetbladige
basterdwederik

Epilobium lanceolatum

Bergbasterdwederik

Epilobium montanum

Stengelbeharing

Onderin afstaand behaard, bovenin met name klierharen

Aanliggende haren, bovenin spaarzaam beklierd

Aanliggende haren, bovenin spaarzaam beklierd

Stengelbladen

Langwerpig en dicht behaard, zittend. Bladrand zwak getand.                                                                   

 

Langwerpig en kaal, kort gesteeld (4-8 mm). Bladrand zwak getand, aan de bladvoet gaafrandig (!). In de bladoksels zijn vaak een paar gereduceerde bladeren te vinden. 

Eirond en kaal, zittend of kort gesteeld. Hartvormige bladvoet. Vaak alle bladeren tegenoverstaand, meestal sterk en onregelmatig getand.

 

Bloemen in knop

Rechtopstaand

Overhangend

Overhangend

Kroonbladeren

4-9 mm, lichtroze

5-8,5 mm, eerst wit later roze

6-10 mm, roze

 

Knotsvormige stempel, stengel met 2-4 verheven lijsten

  (foto: Stef van Walsum)

 

Moeras-
basterdwederik

Epilobium palustre

Beklierde
basterdwederik

Epilobium ciliatum

Bleke
basterdwederik

Epilobium roseum

Donkergroene
basterdwederik

Epilobium obscurum

Kantige
basterdwederik

Epilobium tetragonum

Stengelbeharing

Aanliggende haren, in 2 rijen

Sterk beklierd

sterk beklierd

Aanliggende haren

Aanliggende haren

Stengelbladen

Lijnvormig, 5x zo lang als breed, randen naar beneden gekruld. Bladeren zittend op de stengel.

 

Eirond tot langwerpig, kort gesteeld (2-5 mm)

 

Eirond tot langwerpig, lang gesteeld (5-20 mm)

 

Langwerpig. Bladeren zittend op de stengel.

 

Eirond tot langwerpig. Bladeren zittend op de stengel.

 

Bloemen in knop

Overhangend

Rechtopstaand

Overhangend

Rechtopstaand

Rechtopstaand

Kroonbladeren

3-7 mm, lichtroze of wit

2,5-6 mm, lichtroze

3-7 mm, eerst wit later met roze strepen

4-7 mm, roze

4-8 mm, roze

Doosvrucht

3-7 cm, zonder klierharen

5-8 cm, sterk beklierd

4-6 cm, sterk beklierd

4-6 cm, met enkele klierharen (ook op de basis van de kelk (hypanthium)

7-10 cm, altijd zonder klierharen

Opmerkingen

  • Bij Kantige basterdwederik (Epilobium tetragonum) kunnen twee ondersoorten onderscheiden worden:
    • subsp. lamyi: stengel behaard, bladen behaard op de middennerf en randen, bovenste bladeren kort gesteeld en niet langs de steel aflopend
    • subsp. tetragonum: stengel in de onderste helft kaal, bladen kaal, de bovenste zittend en min of meer langs de stengel aflopend
  • Harig wilgenroosje (Epilobium hirsutum) onderscheidt zich van de andere soorten door de grote kroonbladeren (10-16 mm) en de iets stengelomvattende middelste stengelbladeren.
  • Donkergroene basterdwederik is een lange tijd niet goed herkend vanwege de sterke gelijkenis met Kantige basterdwederik. Het verschil is echter niet heel moeilijk. De doosvrucht is bij de Kantige basterdwederik een stuk langer (7-10 cm) dan die van de Donkergroene basterdwederik (4-6 cm). Daarnaast heeft de Donkergroene basterdwederik altijd een aantal klierharen op de basis van de kelk, de Kantige basterdwederik heeft die klierharen niet. In dit artikel kan je meer lezen over de verschillen.
  • Kruipende basterdwederik (Epilobium komarovianum) onderscheidt zich van de andere soorten door het kruipende habitus en de ronde blaadjes.
  • Heuvelbasterdwederik (Epilobium collinum) is nog niet in Nederland gevonden. Door de sterke gelijkenis met Bergbasterdwederik is hij misschien over het hoofd gezien. De bloemen zijn kleiner (4-6 mm) dan die van de Bergbasterdwederik (6-10 mm).
  • Epilobium brachycarpum is recent gevonden in Nederland. Hij groeit op ruderale plaatsen. De soort is van oorsprong afkomstig uit Noord-Amerika. Van de soort wordt verwacht dat hij zich binnen Europa uit zal breiden.

 

Determinatiesleutel

1
Stempel met 4-stempellobben, stengel rond
2
 
-
Stempel knotsvormig, stengel meestal met 2-4 verheven lijsten (muv. E. palustre)
5
 
 
2 (1)
Onderste helft van de stengel met lange afstaande haren. Bloemen in knop rechtopstaand
 
Let op! De bovenste helft van de stengel is met name bezet met klierharen
-
Stengel zonder afstaande haren. Bloemen in knop overhangend
3
 
 
3 (2)
Blad aan de voet versmald in een korte bladsteel. Bladrand aan de voet niet getand
 
-
Blad aan de voet afgerond of hartvormig. Stengelbladen alle tegenoverstaand (niet de schutbladen)
4
 
 
4 (3)
Blad > 3 cm lang, tanden langs de bladrand onregelmatig, 15-50 aan elke kant, kroonbladeren 6-10 mm lang
 
-
Blad ≤ 3 cm lang, tanden langs de bladrand gebogen, 5-15 aan elke kant, kroonbladeren 4-6 mm
 
Epilobium collinum, nog niet in Nederland gevonden
 
5 (1)
Blad lijnvormig, randen naar beneden gekruld
 
-
Blad eivormig tot langwerpig, vlak
6
 
 
6 (5)
Bloeiwijze-as en stengel met veel klierharen
7
 
-
Bloeiwijze-as en stengel met vrijwel alleen aanliggende haren
8
 
 
7 (6)
Bladeren lang gesteeld, 5-20 mm
 
-
Bladeren kort gesteeld, 2-5 mm
 
 
8 (6)
Hypanthium (onderste deel van de kelk) met enkele klierharen, doosvrucht 4-6 cm
 
-
Hypanthium (onderste deel van de kelk) en doosvrucht altijd zonder klierharen, doosvrucht 7-10 cm
 
 

Literatuur

Boedijn, K. (1918) Epilobium lanceolatum seb. et mauri. (Een nieuwe plant voor de Nederl. Flora). De Levende Natuur 23: 252-253. 
 
Bomble, F.W. (2017) Die Epilobium ciliatum-Gruppe im Aachener Raum. Teil I: Sippen mit Merkmalen von Epilobium glandulosum. Veröff. Bochumer Bot. Ver. 9: 36-49. 
 
Cortenraad, J.;Mulder, T.J.D. (1997) Uit de flora van Limburg. Aflevering 39. Natuurhistorisch Maandblad 86: 15-18.
 
Hoste, I. (2022) Hoe donkergroen of obscuur is Epilobium obscurum? Dunortiera 120: 3-8. 
 
Kops, J. (1807) Epilobium pubescens - Harige Basterd-Wederik Flora Batava 2: 144-144. 
 
Kops, J.;van Hall, H.C. (1828) Epilobium montanum - Berg Basterd-Wederik Flora Batava 5: 338-338. 
 
Kops, J.;van Hall, H.C. (1828) Epilobium palustre - Moeras Basterd-wederik Flora Batava 5: 363-363. 
 
Kops, J.;van Hall, H.C. (1832) Epilobium roseum - rozenroode Basterdwederik Flora Batava 6: 421-421. 
 
Mennema, J. (1975) Aanvullende gegevens van Schiermonnikoog. Gorteria 7: 182-182.
 
Savelsbergh, E. (1981) Detailzeichnungen von zehn heimischen Epilobium-Arten. Göttinger Floristische Rundbriefe 15: 24-30.
 
van der Meijden, R.;Holverda, W.J.;Duistermaat, H. (1997) Nieuwe vondsten van zeldzame planten in 1995 en 1996. Gorteria 23: 157-178. 
 
van Eeden, F.W. (1889) Epilobium tetragonum - Vierkantige Basterdwederik Flora Batava 18: 1418-1418.