Ecologie & verspreiding Noordse streepvaren geeft de voorkeur aan zonnige, kalkarme, zure, stikstofarme, stenige grond. Ze groeit op oude muren en muurspleten in wijngaarden en tuinen, op kiezelrotsen, op kade- en sluismuren, op puinhellingen en steengruis. De plant hoort thuis in de koude en gematigde streken op het Noordelijke Halfrond. Nederland ligt aan de westgrens van het verbrokkelde Europese deel van het areaal. De soort is zeer zeldzaam en komt verspreid voor in Nederland. Ze is pas sinds 1986 bekend uit ons land en is hierna nog op een aantal plaatsen gevonden, recent ook in Rotterdam. Deze Streepvaren is niet te verwarren met enige andere soort door zijn gegaffelde, donkergroene tot grijsgroene bladeren en het afwijkend biotoop. Het is een van de weinige soorten varens die kalkmijdend is. De bruine sporenhoopjes zijn zoals bij alle soorten van het geslacht Asplenium lang en smal en zijn voorzien van de dun, taankleurige dekvliesjes. De gevormde, rijpe sporen worden door de wind verspreid.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2014
|
EcologieBodemZonnige plaatsen op kalkarme, rotsachtige grond.
GroeiplaatsOude muren, rotsen en steengruis.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVoor het eerst in 1986 gevonden in Maastricht en later ook elders, o.a. in 1990 op een sluismuur in Zwolle.
VlaanderenZeer zeldzaam. Alleen in Bornem (op een oude kerkhofmuur).
WalloniëZeldzaam in het Maasgebied en in de Ardennen.
WereldKoude en gematigde streken op het noordelijk halfrond.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurAndeweg, R., F. Brekelmans & B. de Knegt (2001)
Asplenium septentrionale (L.) Hoffm. (Noordse streepvaren) gevonden in Rotterdam.
Gorteria 27: 25-28
Andeweg, R.W.G. (2000) De Noorse streepvaren, een bijzondere varenvondst in Rotterdam.
Straatgras 12: 49-50
De Kesel, A. (1991)
Asplenium septentrionale (L.) Hoffm. te Bornem, Klein Brabant (Prov. Antwerpen, België).
Dumortiera 47: 33-34
Hilmer, O. (1974) Ein bemerkenswerter Fundort einer Farnarten bei Goslar.
Göttinger Floristische Rundbriefe 8: 110-112
Knotters, C. & P. Bremer (1991)
Asplenium septentrionale (L.) Hoffm. in Zwolle: weer een nieuwe streepvaren voor Nederland.
Gorteria 17: 135-137
van der Ham, R.W.J.M. (2009) Noordse streepvaren (
Asplenium septentrionale (L.) Hoffm.) in Muiden: een nieuwe poging tot vestiging in Nederland.
Gorteria 34: 57-60
van der Meijden, R. & W.J. Holverda (1987) Nieuwe vondsten van zeldzame planten in 1985 en 1986.
Gorteria 13: 221-242
Pagina's in standaardwerkenHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
68Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
75Wilde-Planten.nl:
pagina
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutie