Ecologie

Bodem
Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke, zwak zure tot meestal kalkhoudende, humeuze grond (keileem, potklei, mergel en löss).

Groeiplaats
Bossen (lichte plaatsen in loofbossen, hellingbossen en langs bospaden), bosranden, struwelen, heggen, boswallen en waterkanten (oeverwallen van riviertjes).

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Verspreiding

Nederland
Vrij zeldzaam in het oosten van het land en zeldzaam in Zuid-Limburg, in het rivierengebied en langs Drentse beken. Elders zeer zeldzaam.

Vlaanderen
Plaatselijk vrij algemeen in de Leemstreek en de maasvallei. Elders zeldzaam.

Wallonië
Vrij algemeen in het Maasgebied en in Lotharingen en vrij zeldzaam in Brabant. Elders zeldzamer.

Wereld
In Midden- en Zuid-Europa. Westelijk tot in Midden-Engeland.

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Ecologiebron: Botanisch Basisregister (met aanvullingen)
Biotoopvoorkeur:	droge, voedselrijke bossen
Levensduur:	langlevend
Levensvorm:	phanerofyt
Zaadbank:	zeer kortlevend (< 1 jaar)
Bloeitijd:	mei

Literatuur
Bakker, J.G. (1964) Enige aantekeningen over het geslacht Crataegus L. in Nederland. Gorteria 2: 55-59 

Kops, J. & H.C. van Hall (1828) Crataegus oxyacantha - Gemeene Haagdoorn Flora Batava 5: 398-398 

Kops, J. & H.C. van Hall (1828) Crataegus oxyacanthoides - Stompbladige Haagdoorn Flora Batava 5: 399-399 

Maes, N.C.M. (2013) Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen-Herkenning, verspreiding, geschiedenis en gebruik. Boom

Schnedler, W. (1976) Zu den Zeichnungen von Crataegus-Arten. Göttinger Floristische Rundbriefe 10: 59-65

Thijssen, W. (1964) Eén- en Tweestijlige meidoorn nader bekeken. De Levende Natuur 67: 224-226 

van der Mijnsbrugge, K. & B. Maes (2008) Meidoorns in de Lage Landen. Koraalmeidoorn ontdekt op het plateau van Caestert. Natuurhistorisch Maandblad 97: 149-154

Pagina's in standaardwerken

Atlas van de Nederlandse Flora 2: 125

Flora Batava 05: plaat

Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.: 394

Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.: 393

Nederlandse Oecologische Flora 2: 96

Wilde Planten 3: 232

Wilde-Planten.nl: pagina

Afbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas)

Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra

Stengels Meestal met minder dorens dan Eenstijlige meidoorn. Bladeren De bladeren van de korte takken zijn ruitvormig en alleen aan de top gelobd (zelden over meer dan 1/3 deel). De 3- of 5-lobbige bladeren hebben bladlobben, die min of meer afgerond zijn. De bladrand is gezaagd, behalve aan de wigvormige bladvoet. Steunblaadjes met dicht opeenstaande tanden en meestal zonder klieren. Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte bloemen zijn 1 tot 1,5 cm groot. Meestal zijn er 2 of 3 stijlen. De kelktanden zijn breed, vrij stomp en ongeveeer even lang als breed. Vruchten Een pitvrucht. De bessen zijn bol- of eivormig, rood en bevatten 2 of 3 zaden. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).

Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL

Kenmerkenbron: Botanisch Basisregister (met aanvullingen)
Hoogte:	1,80-4,50 m.
Bloemkleur:	wit
Type vrucht:	pitvrucht
Kleur van de vrucht:	rood, roze
Geslachtsverdeling:	tweeslachtig

Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100). De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer. Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen. In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023

download in hoge resolutie

Fenologie bloeiend


Fenologie vruchtdragend


Bron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.