EcologieBodemZonnige of soms licht beschaduwde plaatsen op droge tot zeer vochtige, vrij voedselarme, zure tot zwak zure, kalkarme, licht humushoudende grond (zand, leem, veen en stenige plaatsen).
GroeiplaatsHeide (langs heidepaden), grasland (heischraal grasland en hooiland), bermen, zeeduinen (duinvalleien en duingrasland), bossen (langs bospaden en op open plekken in loofbossen) en op de bovenrand van hellingen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in het oosten en midden van het land en op de Waddeneilanden, vrij zeldzaam in laagveengebieden en in de Holandse en Zeeuwse duinen en zeldzaam in Zuid-Limburg. Eders zeer zeldzaam. Niet in zeekleigebieden en Flevoland.
VlaanderenVrij algemeen in de Kempen en de duinen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WalloniëVrij algemeen in de Ardennen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WereldNabij de Zwarte Zee, in Noordwest-Afrika, op Madeira en de Azoren en in een groot deel van Europa, maar heel weinig in de meest noordelijke, oostelijke en zuidelijke delen. Ingeburgerd in Nieuw-Zeeland en in Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurGriffioen, H. (1969) De vegetatie van een gestoorde strook grond in een Goois heideveld.
Gorteria 4: 217-218
Hartsen, F.A. (1868) Triodia decumbens (Danthonia decumbens) )
Flora Batava 13: 985-985
Jansen, P. (1951) Gramineae.
Flora Neerlandica : 7-274
Kops, J. & J.E. van der Trappen (1849) Triodia decumbens - Nederliggend Kelkgras
Flora Batava 10: 771-771
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De liggende tot rechtopstaande stengels vormen dichte pollen of kringen van vaak liggende of boogvormig opstijgende stengels.
Bladeren De gewimperde bladeren zijn van boven grijsgroen en van onderen glanzend donkergroen. Ze zijn weinig of niet behaard. Voor ontplooiing zijn ze langs de middennerf samengevouwen. De bladschede draagt verspreide, vrij lange, afstaande haren, die bij de overgang naar de bladschijf dichter opeen staan en een krans vormen. I.p.v. een tongetje zie je een kraagje van zeer korte haren.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De pluim bevat weinig bloemen en is vaak wat samengetrokken. De bloempluim is 2 tot 7 cm lang en bevat 3 tot 12 aartjes. In de aartjes staan de bloemen dicht op elkaar. De aartjes zijn 0,6 tot 1,2 cm lang. Ze zijn glanzig, lichtgroen en vaak paars aangelopen. De kelkkafjes zijn bootvormig, vrij spits en hebben, 3 of 5 nerven. Ze zijn ongeveer even lang als het hele aartje.
Vruchten Een graanvrucht. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.