EcologieBodemZonnige, zelden licht beschaduwde plaatsen op vrij droge tot natte, zure tot zwak zure, meestal licht humeuze, voedselarme, onbemeste grond (zand, leem en veen).
GroeiplaatsHeide (vooral langs paadjes), grasland (schraal grasland, hellinggrasland, gazons en meentweiden), bermen, zeeduinen (duinvalleien en binnenduinweiland), bossen (langs bospaden), bosranden, kapvlakten, waterkanten (langs greppels en slootkanten), langs spoorwegen (spoorbermen), zandige toppen van krijthellingen en moerassen (ijl rietland en trilveenmoeras).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in het oosten en midden van het land en in de duinen en vrij zeldzaam in Zuid-Limburg en in laagveengebieden. Elders zeer zeldzaam of ontbrekend.
VlaanderenAlgemeen in de Kempen. Elders vrij zeldzaam tot zeldzaam.
WalloniëAlgemeen in de Ardennen. Elders vrij zeldzaam tot zeldzaam.
WereldIn vrijwel heel Europa. Oostelijk tot in Midden-Azië. Ook in Marokko.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurGriffioen, H. (1969) De vegetatie van een gestoorde strook grond in een Goois heideveld.
Gorteria 4: 217-218
Kops, J. (1807) Tormentilla erecta - Gemeene Tormentil
Flora Batava 2: 114-114
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De liggende tot opstijgende stengels wortelen niet op de knopen.
Bladeren Meestal zijn de blaadjes 3-tallig, zelden 4 of 5-tallig. Ze zijn verspreid afstaand tot zijdeachtig behaard. De rozetbladeren zijn meestal al verwelkt voor de bloei. De stengelbladeren zijn niet of soms zeer kort gesteeld. De deelblaadjes zijn ruitvormig met de grootste breedte ongeveer in het midden en met vrij diepe, vaak iets toegespitste tanden. De steunblaadjes van de stengelbladeren zijn ruim half zo groot als de deelblaadjes en meestal handvormig ingesneden.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De gele bloemen groeien in losse, vrij rijkbloemige bijschermen met dunne assen. Ze zijn meestal 4-tallig, zelden 5-tallig en worden 0,5 tot 1 cm groot. De kroonbladen hebben vaak een oranje vlekje. Ze zijn even lang of meestal iets langer dan de kelkbladen.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. Meestal zijn er niet meer dan 8 vruchtjes per bloem. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.