EcologieBodemZonnige, zelden licht beschaduwde, warme, open plaatsen op matig droge tot vochtige, voedselrijke, kalkhoudende, omgewoelde grond (zand, leem, zavel, klei en löss).
GroeiplaatsOmgewerkte grond, braakliggende grond, akkers (hakvruchtakkers), moestuinen, wijngaarden, ruderale plaatsen, bermen, dijken, langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen), tussen straatstenen, plantsoenen en in ruigten aan de voet van muren.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in Limburg, in Noord-Brabant, in Zeeland, in het rivierengebied en in aangrenzende gebieden. Elders zeer zeldzaam of ontbrekend.
VlaanderenAlgemeen, maar zeldzaam in de Kempen.
WalloniëAlgemeen, maar zeldzaam in de Ardennen.
WereldOorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en Midden-Europa. Nu ook in West-Europa, tot ongeveer 56° N.Br. Ingeburgerd in o.a. Noord-Amerika, Argentinië, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurGarjeanne, A.J.M. (1912)
Mercurialis annua, het Bingelkruid.
Natuurhistorisch Jaarboek (Limburg) 2: 47-56
Garjeanne, A.J.M. (1918) De bloemen van het Bingelkruid.
De Levende Natuur 22: 313-316
Garjeanne, A.J.M. (1918) Uit het leven van 't Bingelkruid.
De Levende Natuur 23: 224-230
Hartsen, F.A. (1868) Mercurialis annua - Eenjarig Bingelkruid
Flora Batava 13: 984-984
Kops, J. (1814) Mercurialis annua - Eenjarig Bingelkruid
Flora Batava 3: 195-195
Pacini, E. (1990) Mercurialis annua L. (Euphorbiaceae) seed interactions with the ant Messor structor (Latr.), hymenoptera: Formicidae.
Acta botanica neerlandica 39: 253-262
Schipper, W.W. (1918) Bingelkruid.
De Levende Natuur 23: 288-288
Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn vierkantig en meestal bossig vertakt.
Bladeren De bladeren zijn 3 tot 8 cm lang. Ze zijn kaal of zwak behaard, eivormig tot langwerpig, stomp getand en kort gesteeld.
Bloemen Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Tuinbingelkruid is meestal tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten). De vrouwelijke bloemen staan afzonderlijk of soms met 2 of 3 bij elkaar in de bladoksels. Ze zijn 3 tot 4 mm groot. De mannelijke bloemen vormen veelbloemige, aarachtige kluwens. Bij mannelijke planten worden de bloemen, als de meeldraden rijp zijn, in hun geheel weggeschoten.
Vruchten Een kluisvrucht. De vruchten zijn 2 tot 4 mm groot. Ze zijn kleiner en minder behaard dan die van Bosbingelkruid. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.