EcologieBodemZonnige plaatsen in ondiep, voedselarm tot matig voedselarm, zwak zuur, zoet, meestal helder, stilstaand tot stromend water (zand, soms veen, zelden klei).
GroeiplaatsWater (beken, ondiepe plassen, sprengen, kwelsloten, duinmeren, heidevennen, oude kolken, vijvers, kanalen waarin een beek met ijzerhoudend water uitkomt en zandwingaten).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam in het oosten en midden van het land, op de Waddeneilanden, in het rivierengebied en misschien ook nog in de Hollandse duinen.
VlaanderenZeldzaam in de Kempen en zeer zeldzaam in de Polders en de Zand- en Zandleemstreek.
WalloniëZeldzaam in de Ardennen en zeer zeldzaam in de Leemstreek, in het zuiden van de Kalkstreek en in Lotharingen. Sterk afgenomen.
WereldIn Noord- en West-Europa, op verspreide plaatsen in Midden-Europa, in het westelijk Middellandse-Zeegebied en in noordelijk Noord-Amerika. Ook op IJsland, in Groenland, New Foundland en op de Azoren.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurBaars, A. (1933) Waar het Vederkruid bloeit.
De Levende Natuur 38: 223-226
Bruinsma, J.H.P. (1994)
Myriophyllum alterniflorum DC. aangetroffen in het Fluviatiele district (Korte meded.).
Gorteria 20: 143-143
Kops, J. & H.C. van Hall (1836) Myriophyllum alterniflorum - Klein Vederkruid
Flora Batava 7: 535-535
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De glanzend lichtgroene stengels zijn sterk vertakt.
Bladeren De bladeren overwinteren vaak. Ze staan meestal in kransen van 3 of 4 en hebben meestal 4 tot 8 paren afwisselend staande bladslippen.
Bloemen Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De onderste vrouwelijke bloemen groeien in 1 tot 3 kransen of paren en met schutbladen die vaak op de gewone bladeren lijken. Hogerop staan ze verspreid in een losse aar, die voor de bloei overhangt en met zeer korte, niet gedeelde schutbladen. De bovenste bloemen zijn mannelijk. Deze hebben gaafrandige, gele kroonbladen, die al bij het begin van de bloei afvallen.
Vruchten Een splitvrucht. De steenvruchtjes hebben een gladde wand. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.