|
Juncus tenuis Willd.
Tengere rus
|
Ecologie & verspreiding Tengere rus is te vinden op vrij open, zonnige tot licht beschaduwde, verstoorde plaatsen op vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, basen- en matig stikstofrijke, zwak zure, kalkarme en vaak humusarme, verdichte zandgrond en op stenige plaatsen. De overblijvende plant groeit als pionier op heiden en langs bospaden, in de zeeduinen en in bermen van onverharde wegen, in karrensporen en op braakliggend terreinen, tussen straatstenen en sintels van spoorwegterreinen en langs greppels en droge sloten. Ze stamt oorspronkelijk uit Noord-Amerika (mogelijk ook uit Ierland en Schotland) en heeft zich als cultuurvolger sinds het begin van de 19de eeuw over andere delen van de wereld verspreid. Nederland valt geheel binnen het tegenwoordige Europese deel daarvan. Het taxon is algemeen in het oosten en midden van het land, in Noord-Brabant en plaatselijk in Limburg, Drenthe en Zuidoost-Friesland en is elders veel minder algemeen. Zie verder bij de look-a-like Juncus tenuis subsp. anthelatus.
CC-BY-SA 3.0Ā RenĆ© van Moorsel, 2015
| EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde, vrij open, verstoorde plaatsen op vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure, kalkarme en vaak humusarme, verdichte grond (zand en stenige plaatsen). GroeiplaatsHeide, bossen (langs bospaden), bermen (onverharde wegen), karrensporen, tussen straatstenen, langs spoorwegen (tussen sintels van spoorwegterreinen), zeeduinen en waterkanten (langs greppels en droge sloten).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in het oosten en midden van het land, in Noord-Brabant en plaatselijk in Limburg, Drenthe en Zuidoost-FryslĆ¢n. Elders zeer zeldzaam. Voor het eerst gevonden in 1821 bij De Bilt. VlaanderenVrij algemeen. Het meest in de Kempen. Vrij zeldzaam in het kustgebied en West-Vlaanderen. Voor het eerst gevonden in 1823 bij Antwerpen. WalloniĆ«Vrij algemeen. WereldOorspronkelijk uit Noord-Amerika en mogelijk ook uit Ierland en Schotland. Sinds het begin van de 19de eeuw heeft deze rus zich over andere delen van de wereld verspreid. Het komt nu voor in West- en Midden-Europa, in Oost-AziĆ«, AustraliĆ«, Nieuw-Zeeland, Zuid-Amerika en op de Azoren.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurCorporaal, A. & J.H.J. SchaminĆ©e (2015) Juncus dudleyi Wiegand, een nieuwe rus uit Amerika, en Juncus x sallandiae Corporaal & SchaminĆ©e hybr. nov., zijn hybride met J. tenuis Willd. Gorteria 47: 52-63 Kops, J. & J.E. van der Trappen (1846) Juncus tenuis - Tengere Bloembies Flora Batava 9: 697-697 TaxonomieRijk: | Plantae | Stam: | Tracheophyta | Klasse: | Spermatopsida | Orde: | Poales | Familie: | Juncaceae | Juncus tenuisĀ Willd.Ā (1799) | Nederlands: | Tengere rus | Engels: | Slender Rush | Duits: | Zarte Binse | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | JuncusĀ komt van het LatijnseĀ jungereĀ (verbinden), omdat soorten van dit geslacht werden gebruikt als bind- en vlechtmateriaal.Ā TenuisĀ betekent "dun of fijn".
| Bron: Standaardlijst 2003 | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | Inclusief deze taxa:
Juncus anthelatus | Ā | Zoeken in GBIF | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De dunne stengels zijn taai, staan dicht op elkaar en hebben lange, grasachtige, rechtopstaande bladeren aan de voet. Tengere rus vormt dichte pollen. Bladeren De bladeren zijn grasgroen tot geelgroen. De bladschede is lichtbruin en verweert tenslotte tot vezels. De bladschijf is grasachtig en wordt tot 1Ā½ mm breed. Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloeiwijze is tamelijk rijkbloemig, vaak min of meer samengetrokken of soms losbloemig en wordt tot 20 cm lang. Vaak steken 1 of 2 schutbladen boven de bloeiwijze uit. De 6 bloemdekbladen hebben 3 nerven. Ze zijn strokleurig met een vliezige rand. Ze zijn onderling ongeveer even lang en hebben een maximaal Ā½ cm lange, langwerpig, zeer spitse top. Vruchten Een driezadige, eivormige doosvrucht. De bloemdekbladen steken boven de doosvrucht uit. De zaden zijn kleverig. Ze zijn langlevend (> 5 jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met Ć©Ć©n kiemblaadje).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode. Ā© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
|