Ecologie & verspreiding Langstengelig fonteinkruid heeft een voorkeur voor voedselrijk diep water, al staat ze plaatselijk ook wel in ondieper water (minder dan 1 meter diep). Verondersteld wordt dat ze vooral voorkomt op plekken waar koel, bicarbonaatrijk kwelwater toestroomt. De soort is vanouds zeer zeldzaam, met concentraties van vindplaatsen in grensgebieden van zand en veen. Ze is sinds 1950 achteruitgegaan. Het laatste decennium wordt Langstengelig fonteinkruid weer wat vaker aangetroffen, meestal in gebieden waar ze ook in het verleden is gevonden. In Noord-Drenthe is ze momenteel vrij algemeen in het Eelder- en Peizerdiep en daarmee in verbinding staande watergangen. Er zijn aanwijzingen dat hier sprake is van een recente toename, vermoedelijk door vestiging uit zaadbank. Langstengelig fonteinkruid leeft verborgen: de bovenste bladeren blijven vaak op enige afstand van de waterspiegel. In het veld kan ze verward worden met Glanzend fonteinkruid en ondergedoken exemplaren van Rossig fonteinkruid. Kenmerkend voor Langstengelig fonteinkruid zijn de vertakte zigzagsgewijs heen en weer gebogen stengel, de lange vruchtstelen en de half stengelomvattende bladeren met een kapvormige bladtop.
CC-BY-SA 3.0 Edwin Dijkhuis, 2013
|
EcologieBodemZonnige plaatsen in diep, koud, stilstaand tot langzaam stromend, matig voedselarm tot matig voedselrijk, niet vervuild, helder, zoet, zwak zuur tot kalkrijk water. Vooral op de grens van zand en veen, maar soms ook op rivierklei.
GroeiplaatsWater (laagveenplassen, meren, turfputten, grachten, kwelgebieden, onbevaren vaarten, kanalen, brede sloten en rivieren).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam in het grensgebied van Groningen en Drenthe, bij Earnewâld (Midden-Fryslân), in Noordwest-Overijssel, bij Harderwijk en in Noord-Brabant.
VlaanderenVroeger zeer zeldzaam.
WalloniëNiet in Wallonië.
WereldKoel-gematigde en koudere streken op het noordelijk halfrond.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurClason, E.W. (1964) 5a. Potamogetonaceae.
Flora Neerlandica : 37-79
Dijkhuis, E. (2006) Langstengelig fonteinkruid duikt vaker op in noord-Drenthe.
FLORON-nieuws 5: 6-6
Dijkhuis, E. & J. Huisman (2007) Omvangrijke groeiplaats van Langstengelig fonteinkruid (
Potamogeton praelongus) in de Eelder- en Peizermaden vastgesteld.
Nieuwsbrief Werkgroep Florakartering Drenthe 43: 4-7
Jansen, H. (2007) Komt Langstengelig fonteinkruid nog voor in het Polderhoofdkanaal?
Twirre 18: 20-24
Kops, J. & J.E. van der Trappen (1846) Potamogeton praelongum - Uitgerekt Fonteinkruid
Flora Batava 9: 662-662
Lanjouw, B. (2013) Verspreiding, veldherkenning en vegetatiekundige positie van Langstengelig fonteinkruid (
Potamogeton praelongus) in Noord-Drenthe.
Nieuwsbrief Werkgroep Florakartering Drenthe 49: 20-25
Oving, B. (2002) Verrassende vondst zeldzame waterplant.
Floron Nieuwsbrief Groningen 9: 9-9
Rudolphy, F. (1976)
Potamogeton praelongus Wulf.
Gorteria 8: 73-73
Storm, B. (2002) Verrassende vondst van Langstengelig fonteinkruid in Omgelegde Eelderdiep en Grote Masloot.
Nieuwsbrief Werkgroep Florakartering Drenthe 37: 2-2
van der Linden, J. & W. Poelmans (1993) Recente vondsten van breedbladige fonteinkruiden (
Groenlandia en
Potamogeton spec.) in de provincie Noord-Brabant.
Gorteria 19: 97-102
Vöge, M. (2005) Wachstum und Reproduktion bei Laichkräutern: im gemässigten Klima und im niederarktischen Grönland.
Floristische Rundbriefe 39: 67-72
Wagner, H.G. (1999) Ein Neufund von
Potamogeton praelongus Von Wulfen 1805 in Baden-Württemberg.
Floristische Rundbriefe 33: 9-12
Weeda, E.J. (1976) Over het optreden van
Potamogeton praelongus Wulf., o.a. bij Buinen (Dr.).
Gorteria 8: 89-98
Wiegleb, G. (1976) Die Verbreitung einge Wasserpflanzen, besonders der Gattung Potamogeton im südlichen und östlichen Niedersachsen.
Göttinger Floristische Rundbriefe 10: 11-15
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn meestal vertakt. Ze worden tot enkele meters lang en zijn zigzagsgewijs gebogen.
Bladeren De ondergedoken bladeren zijn groen, langwerpig met de grootste breedte in de onderste helft, hebben een afgeronde voet en zijn halfstengelomvattend. Verder zijn ze golvend, hebben ze een kapvormige top en zijn ze 5 tot 15 cm lang en 2 tot 3 cm breed. De randen zijn gaaf. De bovenste stengelbladeren zijn witachtig, kort, enigszins afgeplat en zigzagsgewijs heen en weer gebogen. De steunblaadjes gaan vezelen. Ze blijven lang zitten aan de oudere stengels.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn groenig. De vruchtaar is 3 tot 5 cm lang. De aarstengel is vrij slank, niet of nauwelijks knotsvormig en wordt tot meer dan 20 cm lang.
Vruchten Een steenvrucht. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL