Ecologie & verspreiding Pinksterbloem is oorspronkelijk een plant van open, vochtig loofbos en moeras. In het agrarische landschap is deze soort kenmerkend voor hooi- en weidelanden geworden. Zij groeit vooral in vochtige tot natte, niet of nauwelijks bemeste graslanden van beekdalen en laagveengebieden. Het is een kensoort voor de vegetatie klasse van matig voedselrijke graslanden. Binnen deze klasse komt Pinksterbloem het meest voor in vegetatietypen van vochtig milieu, zoals het verbond van Grote vossestaart; het minst in droge subtypen van het Glanshaver-verbond. In Nederland is het in de meeste gebieden een algemene soort; zij wordt minder vaak op (zee)klei en hoge zandgronden aangetroffen. Pinksterbloem is sterk afgenomen op intensief gebruikte agrarische grasland percelen, die zij eertijds (vĆ²Ć²r intensivering) lila kleurde tijdens de bloei. Pinksterbloem is een variabele plant die soms wordt opgesplitst in subsoorten. Geheel witte pinksterbloemen kunnen op het eerste oog worden verward met de veel zeldzamere Bittere veldkers. De wortelblaadjes van de laatste staan niet in een rozet.
CC-BY-SA 3.0Ā Bert Lanjouw, 2023
|
EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, niet of licht bemeste, basische tot zwak zure grond (zand, leem, veen, zavel, klei en lƶss).
GroeiplaatsGrasland (vochtig, licht bemest grasland, hooiland, weiland en grasvelden), bermen, bossen (loofbos en elzenbroekbos), moerassen (drijftillen en verlandingsvegetatiesop laagveen), waterkanten (o.a. slootkanten, vijverkanten en langs greppels), zeeduinen (duinvalleien), heggen, plantsoenen en begraafplaatsen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandAlgemeen.
VlaanderenZeer algemeen, maar iets minder algemeen in de duinen en in de Polders.
WalloniƫAlgemeen.
WereldKoude en gematigde streken op het noordelijk halfrond.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuur(Anoniem) (1901) De Pinksterbloem.
De Levende Natuur 6: 65-66
(Anoniem) (1901) Pinksterbloem.
De Levende Natuur 6: 86-86
Berg, C.C. (1967) Cytotaxonomic studies in Cardamine pratensis L. in The Netherlands.
Acta botanica neerlandica 15: 683-689
Berg, C.C. & S. Segal (1966) De Pinksterbloem in Nederland.
Gorteria 3: 77-86
de Langhe, J.E. & R. d'Hose (1976)
Cardamine pratensis L. subsp.
picra De Langhe et D'Hose, nouvelle sous-espece de la Cardamine des pres.
Gorteria 8: 47-48
Heimans, E. (1901) De Pinksterbloem.
De Levende Natuur 6: 1-5
Heimans, E. (1901) De Pinksterbloem (vervolg van 5).
De Levende Natuur 6: 21-26
Joman, A. (1910) De Oranjetip en de Pinksterbloem.
De Levende Natuur 15: 39-41
Kops, J. (1800) Cardamine pratensis - Veld-Kers
Flora Batava 1: 27-27
Mattern, C. (1901) Een vreemde pinksterbloem.
De Levende Natuur 6: 146-147
Mennema, J. (1978)
Cardamine pratensis L. subsp.
picra De Langhe et D'Hose ook in Nederland gevonden.
Gorteria 9: 21-23
Ruttink, B.G. (1904) Cardamine pratensis apetala.
De Levende Natuur 9: 88-88
Smid, M.J. (1904) Pinksterbloem met broedknoppen.
De Levende Natuur 9: 151-151
Springer, L.A. (1911) Stengellooze Pinksterbloem.
De Levende Natuur 16: 143-143
Sykora, K.V. & C.M.P. Sykora-Hendriks (1978) De standplaats van
Cardamine pratensis L. subsp.
picra De Langhe et D'Hose aan de voet van de Sint Jansberg te Mook.
Gorteria 9: 23-25
van Eeden, F.W. (1884) Cardamine pratensis - Veldkers met gevulde bloemen
Flora Batava 16: 1206-1206
Wiegers, J. (1979) Enkele vondsten van de scherpe pinksterbloem in West-Nederland.
Gorteria 9: 283-288
Wijnhoff, G. (1906)
Cardamine pratentis.
De Levende Natuur 10: 208-208
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De holle, ronde of soms iets kantige stengels zijn vaak kaal en niet of alleen aan de voet vertakt.
Bladeren De rozetbladeren zijn rondachtig-eivormig en geveerd met een groot topblaadje, stengelbladeren zijn smaller met 4 tot 7 paar gave of soms getande deelblaadjes. Ze zijn niet of kort gesteeld. MoeraspinksterbloemĀ heeft bredere deelblaadjes.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn 0,8 tot 1,8 cm. De kroonbladen zijn uitgerand en lila, lichtpaars, roze of wit van kleur. De helmknoppen zijn geel en de stijl is stomp. Moeraspinksterbloem: De bloemen zijn groter.
Vruchten Een doosvrucht. Hauwen zijn 2 tot 5Ā½ cm lang en 1 tot 1Ā½ mm breed. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes). Moeraspinksterbloem: De hauwen zijn groter.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
Ā© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.