Ecologie & verspreiding Paarse schubwortel staat op beschaduwde, droge tot vochtige, licht zure, voedselrijke en humeuze leembodems. Ze parasiteert op de wortels van loofbomen en struiken, vooral op populieren en wilgen maar ook wel op hazelaar en andere soorten. Ze groeit in rivierbegeleidende elzen- en populierenbossen, in heggen, struwelen en in hakhout. De typische Europese plant stamt uit Zuidwest-Europa en noordelijk tot in Midden-Frankrijk en is elders gecultiveerd en plaatselijk ingeburgerd (soms al eeuwen). De soort is zeer zeldzaam ingeburgerd in oude parken, heemtuinen en landgoederen. Van deze markante en onmiskenbare parasiet komen alleen de paarse bloemen boven de grond en wel rechtstreeks uit de wortelstok. Ze wordt bestoven door hommels, de grote, enigszins afgeplatte zaden worden bij rijpheid weggeslingerd. Daarnaast wordt de plant verspreid met pootgoed of doordat delen van de wortelstok met water meegevoerd kunnen worden. Het kan tot 10 jaar duren (meestal echter 3 jaar) voordat de parasiet boven de grond verschijnt.
CC-BY-SA 3.0 René van Moorsel, 2015
|
EcologieBodemBeschaduwde plaatsen op vochtige tot vrij natte, voedselrijke, meestal neutrale grond. Prachtschubwortel parasiteert op de wortels van loofbomen en struiken, vooral op populieren, grauwe abeel en wilgen, maar ook wel op es, zomereik, els, gladde iep, zachte berk, zoete kers, hazelaar, gewone esdoorn, vlier, beuk en meidoorn.
GroeiplaatsBossen (loofbossen, rivierbegeleidende elzen- en populierenbossen), heggen, struwelen en hakhout.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam ingeburgerd.
VlaanderenPlaatselijk vrij algemeen in de Vlaamse Ardennen. Voor het eerst gevonden in 1804.
WalloniëZeer zeldzaam in Pays des Collines (aansluitend bij het Vlaamse areaal).
WereldIn Zuidwest-Europa (Noord-Spanje, Zuid-, West- en Midden-Frankrijk en op enkele plaatsen elders in Spanje, Italië en Wallonië). Ingeburgerd in Groot-Brittanië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurHeimans, E. (1908) De Schubwortel.
De Levende Natuur 13: 1-4
Hermans, J.T. & J. Teeuwen (2011) Prachtschubwortel in Limburg.
Natuurhistorisch Maandblad 100: 78-79
Sipkes, C. (1972)
Lathraea clandestina L. op. Voorne.
Gorteria 6: 86-86
van de Beek, A. (1993) Een nieuwe vindplaats van Prachtschubwortel (
Lathraea clandestina L.).
Gorteria 19: 102-103
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De ondergrondse stengels van deze parasiet zijn vertakt en geelachtig. Er is geen bovengrondse stengel.
Bladeren De schubvormige bladeren zijn niervormig, stengelomvattend en staan verspreid of tegenover elkaar. De schutbladen zijn hetzelfde.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). Alleen de bloemen komen boven de grond. Ze zijn lang gesteeld, helder paars, 4 tot 5 cm lang en minstens 2 keer zo lang als de kelk. De bovenlip is helmvormig en de kelk is kaal.
Vruchten Een doosvrucht met 4 of 5 grote, iets afgeplatte zaden. Als de zaden rijp zijn worden ze uit de doosvrucht geslingerd. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 2 dagen eerder dan het langjarig gemiddelde.