|
Carex pilulifera L.
Pilzegge
|
Ecologie & verspreiding Pilzegge is een algemeen voorkomende soort van droge, vooral zure zandgronden in bossen, langs paden, op kapvlakten, op heidevelden e.d. Ze is te vinden op het Pleistoceen en langs de kust en mijdt derhalve veen- en kleigebieden. Pilzegge groeit in vrij kleine polletjes met overhangende smalle bladen en later eveneens overhangende bloeiwijzen. Ze is eigenlijk met geen enkele andere Carex soort in dit habitat te verwarren, mede door de behaarde urntjes. Ook Voorjaarszegge (C. caryophyllea) en Heidezegge (C. ericetorum) hebben behaarde urntjes, maar deze beide soorten groeien niet in compacte polletjes, maar met korte wortelstokken, en de bloeiwijzen staan rechtop. In Europa zijn hybriden van Pilzegge met vier soorten bekend. Twee daarvan, met Voorjaarszegge [C. x paulii] en met Heidezegge [C. x lackowitziana] zouden ook in ons land voor kunnen komen, met name daar waar de betreffende oudersoorten samen voorkomen.
CC-BY-SA 3.0 Jacob Koopman, 2014
| EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde, enigszins open plaatsen op droge, voedselarme, onbemeste, humeuze, zure tot zwak zure grond (zand en leem). De plant is goed bestand tegen betreding. GroeiplaatsGrasland (heischraal grasland), bossen (loofbossen en langs boswegen), op wortelkluiten van omgewaaide bomen, kapvlakten, stormvlakten, brandvlakten, heide (langs paden en op plagplekken), wallen, omgewoelde grond, schrale bermen en zeeduinen (duinvalleien).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in het oosten en midden van het land en in Zuid-Limburg, vrij zeldzaam op de waddeneilanden en zeldzaam in de Hollandse duinen. VlaanderenVrij algemeen. Het meest in de Kempen, de Leemstreek en de Zand- en Zandleemstreek. WalloniëVrij algemeen. Het meest ten zuiden van de Samber en de Maas. WereldOp de Azoren en in Midden- en West-Europa, zuidelijk tot in Noord-Portugal, Midden-Italië en de Balkan en noordelijk tot op IJsland, in Noord-Noorwegen en Zuid-Finland.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurEisele, W. & E. Zähringer (1998) Vorläufiger Schlüssel zur Bestimmung der Seggen ( Carex spec.) Baden-Württembergs nach vegetativen Merkmale. Floristische Rundbriefe Beiheft 5: 1-26 Hartsen, F.A. (1868) Carex pilulifera - Pildragend Rietgras Flora Batava 13: 963-963 Kern, J.H. & T.J. Reichgelt (1954) Carex L., 1753. Flora Neerlandica : 7-133 Kops, J. & H.C. van Hall (1832) Carex pilulifera - Rondzadig Rietgras Flora Batava 6: 467-467 Rich, T.C.G. & A.C. Jermy (1998) Plant Crib - Carex. Botanical Society of the British Isles TaxonomieRijk: | Plantae | Stam: | Tracheophyta | Klasse: | Spermatopsida | Orde: | Poales | Familie: | Cyperaceae | Carex pilulifera L. (1753) | Nederlands: | Pilzegge | Engels: | Pill Sedge | Duits: | Pillensegge | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | Zegge stamt uit het Indogermaanse woord seq (snijden). Carex is zeer waarschijnlijk afgeleid van het Latijnse ceiro (ik snij), een verwijzing naar de scherpe kanten van de bladeren. Pilulifera betekent "bolletjes dragend".
| Bron: Standaardlijst 2003 | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | | Zoeken in GBIF | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De taaie stengels zijn scherp driekantig en verlengen zich in de loop van de bloei. Tenslotte krommen ze zich tijdens de vruchtzetting vaak boogvormig en gaan tenslotte meestal liggen. De onderste scheden zijn glanzig roodbruin en gaan vezelen. Pilzegge vormt dichte pollen. Bladeren De bladeren hebben iets naar beneden omrollende randen. Bloemen Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De bloemen groeien in een compacte bloeiwijze met 1 mannelijke topaar en 2 of 3 kortere, eivormige tot bolronde, dicht bijeen zittende, rechtopstaande en niet gesteelde vrouwelijke aren die tot 7 mm lang worden en tot 5 mm breed. Ze hebben 3 stempels. De schutbladen hebben geen schede en staan tenslotte schuin tot recht af. Het onderste is meestal niet langer dan de bloeiwijze. Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De grijsgroene urntjes zijn peervormig, 2 tot 3 mm lang, behaard, hebben 2 randnerven en zijn zeer kort gesnaveld. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode. © NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
|