EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselarme tot voedselarme, zwak zure tot zure, kalkarme zandgrond.
GroeiplaatsBosranden, bossen (loofbossen, vaak op verstoorde grond), struwelen, heide, zeeduinen (middenduinen), braakliggende grond en langs spoorwegen (verlaten spoorwegterreinen). Een kreupele vorm van Amerikaanse vogelkers werd sinds het begin van de twintigste eeuw als vulhout in produktiebossen op voedselarme grond aangeplant. Amerikaanse vogelkers werd spoedig een plaag in de bosbouw vandaar ook de bijnaam 'bospest'. De struik treedt vaak op in storingssituaties, zoals op kapvlaktes, waar door mineralisatie van de afgevallen bladeren en dode takken, stikstof in de bodem vrijkomt.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandAlgemeen op de hoge zandgronden en in het duingebied, vrij zeldzaam in het rivierengebied, in Flevoland en Zeeland, in laagveengebieden en in het noordelijk zeekleigebied.
VlaanderenAlgemeen. Het meest in de Kempen.
WalloniëVrij zeldzaam, verspreid voorkomend.
WereldOorspronkelijk uit het zuiden en oosten van Noord-Amerika, van Guatemala tot Zuidoost-Canada. Sinds het eind van de 19e eeuw ingeburgerd in Europa.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Literatuurde Groot, C. & J. Oldenburger (2011)
De bestrijding van invasieve uitheemse plantensoorten. Probos
de Wallis Vries, M.F. (1987) De Amerikaanse vogelkers als stimulans tot ecologisch onderzoek aan bomen en struiken.
De Levende Natuur 88: 142-145
de Wever, A. (1943) Gevaarlijke planten.
Natuurhistorisch Maandblad 32: 2-4
Ehrenburg, A., H. van der Hagen & L. Terlouw (2008) Amerikaanse vogelkers als invasieve soort in de kustduinen.
De Levende Natuur 109: 240-245
Jager, H.J. (2004) Valt er te leven met ’bospest’?
Twirre 15: 106-108
Korringa, P. (1947) Nachtelijk bezoek aan Prunus serotina.
De Levende Natuur 50: 26-29
Maes, N.C.M. (2013)
Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen-Herkenning, verspreiding, geschiedenis en gebruik. Boom
Nyssen, B. & J. den Ouden (2013)
Amerikaanse vogelkers. KNNV Uitgeverij, Zeist
Siebel, H.N. & A. Reichgelt (2020)
Praktijkadvies invasieve exotische planten. VBNE [Advies voor de bestrijding van invasieve exoten]
van der Putten, W. & F. Rienks (2004) Amerikaanse vogelkers groeit ongeremd door bodemleven.
De Levende Natuur 105: 136-137
Vanhellemont, M., L. Baeten, L. de Keersmaeker, K. Vandekerkhove, M. Hermy & K. Verheyen (2009) Is Amerikaanse vogelkers overal even invasief.
De Levende Natuur 110: 339-343
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De welriekende schors is bruin, maar jonge twijgen zijn eerst groen.
Bladeren De giftige, breed lancetvormige, 5-12 cm lange bladeren verschijnen voor de bloemen en zijn enigszins leerachtig. In de herfst verkleuren ze geel, maar bij jonge struiken overwinteren dikwijls enige bladeren. De bovenkant van de bladeren is glanzend en kaal, maar aan de onderkant is de onderste helft van de middennerf zeer dicht behaard (de zijnerven zijn niet of alleen aan de voet behaard). De talrijke zijnerven (tot wel tot zestig paar) staan dicht opeen en springen weinig of niet uit.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien vormen samen rechtopstaande, enigszins gedrongen trossen. Ze zijn minder dan een centimeter in middellijn, met vijf roomwitte, rondachtige kroonbladen en eveneens vijf kelkbladen. Er zijn twintig of meer meeldraden. Het vruchtbeginsel is bovenstandig. De bloemsteel wordt 3-6 cm lang.
Vruchten Een steenvrucht. De paarszwarte, bolvormige bessen worden tot ongeveer één cm in doorsnee. De kelk (het kroontje) is nog aanwezig bij de rijpe vrucht. De pitten zijn glad. De bessen zijn eetbaar, maar de smaak verschilt nogal per struik. De zaden zijn zeer kort levend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.