EcologieBodemMeestal licht beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak kalkhoudende grond (kalksteen, zand en mergel).
GroeiplaatsBossen (loofbossen, landgoedbossen, parkbossen en gemengde bergbossen), struwelen (ravijnstruwelen), heggen, beschaduwde rotsen en klippen, waterkanten (langs bergbeken) en zeeduinen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij zeldzaam ingeburgerd in de Hollandse duinen, zeldzaam in laagveengebieden, het rivierengebied, Gelderland, Twente, Noord-Brabant en Flevoland en zeer zeldzaam in o.a. Fryslân, Drenthe en Zuid-Limburg.
VlaanderenVrij zeldzaam ingeburgerd.
WalloniëPlaatselijk vrij algemeen in de Ardennen.
WereldOorspronkelijk uit Noord-Europa. Nu ook in Zuidwest-Azië, Midden- en Zuid-Europa en het Oostzeegebied. Zuidelijk tot in Spanje, de Apennijnen en de Balkan.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2:
263Flora Batava 12:
plaat 0898Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
314Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
328Nederlandse Oecologische Flora 1:
289Stinzenplanten (P.A. Bakker & E. Boeve, 1985):
120Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Takken zonder doorns.
Bladeren De grofgetande, 2-4 cm lange bladen zijn drie- of vijflobbig (soms nog dieper ingesneden) zijn meestal langer dan breed. Op de bovenzijde groeien verspreide klierharen met rode kopjes. De bladsteel is half zo lang als de bladschijf.
Bloemen Tweehuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten, d.w.z aan één struik komen of de meeldraden, of de stampers niet goed tot ontwikkeling). Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De vijftallige, geelgroene bloemen (kelkslippen en kroonbladen) zijn 4-6 mm en groeien in rechtopstaande trossen. De kroonbladen zijn korter dan de kelkbladen. De as van de bloemtros is zeer dicht bezet met kortgesteelde klierharen. Bij mannelijke struiken zijn de trossen rijkbloemig (tien tot dertig bloemen per tros) en bij vrouwelijke armbloemig (twee tot vijf bloemen per tros). De schutbladen zijn 4-8 mm lang en langer dan de bloemstelen.
Vruchten Een bes. De rode bessen zijn niet behaard. De zaden zijn zeer kort levend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.