|
Trifolium fragiferum L.
Aardbeiklaver
|
Ecologie & verspreiding Aardbeiklaver is een laagblijvend klavertje. Vooral de vruchten vallen op tussen de korte begroeiing. Het zijn de donzig behaarde kelkbladen die na de bloei opgeblazen zijn en dan een hoofdje vormen dat wel wat op een aardbei lijkt. Deze vruchten blijven lang als strokleurige bolletjes tussen de begroeiing aanwezig. De bloemen zijn veel minder opvallend. Bij nadere beschouwing zijn ze niet wit, maar vleeskleurig. Ze lijken nog het meest op die van de Witte klaver. Aardbeiklaver is vooral een plant van brakke tot licht zilte schorren en kwelders, maar ook meer landinwaarts is hij regelmatig in graslanden te vinden. Zo wordt hij ook wel in de uiterwaarden, waar geen zoute invloed is, gevonden. Landelijk gezien beperkt het verspreidingsgebied zich hoofdzakelijk tot een brede kuststrook, het rivieren- en deltagebied. Daarbuiten is hij veel minder algemeen, of is hij inmiddels verdwenen. Maar in Flevoland worden nog wel eens nieuwe vindplaatsen ontdekt. Over het algemeen is er sprake van een gestage afname. Dat is vooral te wijten aan het verdwijnen van geschikte groeiplaatsen buiten het bovengenoemd kernverspreidingsgebied.
CC-BY-SA 3.0Ā Egbert de Boer, 2015
| EcologieBodemZonnige plaatsen op vochtige tot natte, matig voedselrijke, vaak brakke of zilte grond (zand, zavel en klei). GroeiplaatsGrasland (brak grasland, uiterwaarden, hooiland, weiland en buitendijks grasland), bermen, langs fietspaden, langs 's winters gepekelde autowegen, rivierdijken, kwelders (hoge delen van kwelders of schorren), waterkanten (slootkanten, langs brakke kreken en langs drinkpoelen) en opgespoten grond.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in Zeeland en langs de zeekust in het Waddengebied, plaatselijk vrij algemeen in het rivierengebied, het noordelijk zeekleigebied, langs de kust van Noord-Holland en langs het IJsselmeer. Elders zeer zeldzaam. VlaanderenVrij algemeen in het kustgebied (met name de Polders) en vrij zeldzaam in de Schelde- en de Leievallei en in het Maasgebied. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam. WalloniƫZeldzaam in Brabant, in het Maasgebied en in de zuidelijke Ardennen. WereldIn Europa noordelijk tot in Zuid-Schotland en het Oostzeegebied. Ook in Zuidwest-Aziƫ en Noord-Afrika. Ingeburgerd in Noord-Amerika, Argentiniƫ, Nieuw-Zeeland en Australiƫ.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurde Visser, A. (1968) Een duidelijk verschilkenmerk tussen niet-bloeiende Trifolium fragiferum en T. repens. Gorteria 4: 66-67 Kops, J. & H.C. van Hall (1828) Trifolium fragiferum - Aardbezien Klaver Flora Batava 5: 369-369 Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora. Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249 Zijlstra, G. (1972) Eeen tabel ter determinatie van klaversoorten op vegetatieve kenmerken. Gorteria 6: 27-34 TaxonomieRijk: | Plantae | Stam: | Tracheophyta | Klasse: | Spermatopsida | Orde: | Fabales | Familie: | Fabaceae | Trifolium fragiferumĀ L.Ā (1753) | Nederlands: | Aardbeiklaver | Engels: | Strawberry Clover | Duits: | Erdbeerklee | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | KlaverĀ komt mogelijk van een Indogermaanse grondvormĀ gleiĀ (smeren), naar het kleverige vocht van de bloemen.Ā TrifoliumĀ komt van het LatijnseĀ triĀ (drie) enĀ foliumĀ (blad). De bladen zijn drietallig.Ā FragĆferumbetekentĀ aardbeidragend. Het opgeblazen vruchthoofdje lijkt namelijk enigszins op een aardbei.
| Bron: Standaardlijst 2003 | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | Ā | Zoeken in GBIF | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De kruipende stengels zijn vaak, evenals de bladen, iets blauwachtig groen en niet of weinig behaard (behalve bij de top van de bladstelen). De niet-bloeiende plant lijkt veel op Witte klaver. Bladeren De langgesteelde, drietallige, vaak blauwachtig groene bladen zijn niet of weinig behaard, behalve bij de top van de bladstelen. Ze bestaan uit langwerpig omgekeerd-eironde, aan de top hartvormig ingesneden deelblaadjes, die fijn gezaagd zijn. De zijnerven zijn naar buiten afgebogen (bij Witte klaver zijn deze recht) en de buitenste, naar de bladsteel gekeerde helft van de zijblaadjes is van onderen glanzend (bij Witte klaver is dat dof). De niet vliezige, grote steunblaadjes zijn eerst vrijwel rondom de stengel vergroeid, maar later niet meer. Ze zijn ruitvormig en lang toegespitst. Bloemen Tweeslachtig (een plant met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De stelen van de bloeiwijzen variƫren sterk in lengte. Tussen hoog gras kunnen ze soms wel enkele decimeters lang worden. De bloemen zijn 1-2 cm in doorsnee. De kelk is tweelippig, donzig, met gewimperde tanden en na de bloei sterk opgeblazen. De bloemkroon is 6-7 mm lang, lichtroze (vleeskleurig) of zelden wit en wordt na de bloei bruin. De schutblaadjes van de afzonderlijke bloemen zijn groter dan bij andere Klavers. Aan de voet van de bloeiwijze sluiten ze tot een omwindsel aaneen en bedekken ze de kelken. Vruchten Een doosvrucht. Na de bloei groeien de kelken aan de bovenzijde sterk uit, zodat een bolvormig hoofdje van teruggekromde, wollig behaarde, vuilroze tot purper gekleurde delen ontstaat. Het geheel lijkt dan een beetje op een framboos of een aardbei (vandaar de Friese en Nederlandse naam). De opgeblazen kelk werkt als een luchtzak. De vruchtverspreiding vindt plaats door wind en water. De peul bevat ƩƩn of twee zaden. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode. Ā© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
|