Ecologie & verspreiding Carex crawfordii is een Noord-Amerikaanse soort die de afgelopen eeuw is ingeburgerd in enkele West-Europese landen: Groot-Britannië, Duitsland, Frankrijk, België en Nederland. Ze werd voor het eerst in ons land waargenomen in 1926, al wisten de vinders er toen nog geen raad mee. Het materiaal werd geïnsereerd als C. leporina met een vraagteken. Pas in 1932 kwam men er achter dat het C. crawfordii betrof. De soort komt voor op min of meer vochtige, open plaatsen. Ze verschilt in het veldbeeld van C. leporina door het rechtopstaande uiterlijk en de typische donkerbruine kleur van de bloeiwijze. Het meest opvallend zijn de veel smallere urntjes. Bovendien zijn de vrouwelijke kafjes korter dan de urntjes. Carex crawfordii lijkt veel meer op een andere soort uit de sectie Ovales, C. bebbii; zie aldaar. Carex crawfordii is vooral in Noord-Brabant en aangrenzend België ingeburgerd, maar kan ook elders in den lande verwacht worden.
CC-BY-SA 3.0 Jacob Koopman, 2015
|
EcologieBodemZonnige plaatsen op vochtige tot meestal natte, voedselrijke grond.
GroeiplaatsWaterkanten (o.a. langs sloten en meren) en grasland (natte weiden).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam. Het meest in Noord-Brabant. Ingeburgerd tussen 1950 en 1974.
VlaanderenNiet in Vlaanderen.
WalloniëZeldzaam ingeburgerd in de Hoge Ardennen.
WereldOorspronkelijk uit Noord-Amerika. Ingeburgerd in een aantal landen in Europa.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurCorporaal, A., A.M. Wijkel & J. Jansen (2004)
Carex crawfordii Fernald in Noord-Brabant.
Gorteria 30: 73-74
den Held, A.J. & J. Kortselius (1964)
Carex crawfordii Fern. weer in Nederland.
Gorteria 2: 21-22
Eisele, W. & E. Zähringer (1998) Vorläufiger Schlüssel zur Bestimmung der Seggen (
Carex spec.) Baden-Württembergs nach vegetativen Merkmale.
Floristische Rundbriefe Beiheft 5: 1-26
Galunder, R. & E. Patzke (1988)
Carex crawfordii Fernald (Falsche Hasenfuss-Segge) eine für Mitteleuropa bislang unbekannte Art.
Floristische Rundbriefe 21: 77-79
Kern, J.H. & T.J. Reichgelt (1954) Carex L., 1753.
Flora Neerlandica : 7-133
Koopman, J. (2015) Allochtone Zeggen (
Carex-soorten) in Nederland.
Gorteria 37: 73-83
Rich, T.C.G. & A.C. Jermy (1998)
Plant Crib - Carex. Botanical Society of the British Isles
Verloove, F. (2016) Adventieve en ingeburgerde zeggen (
Carex, Cyperaceae) in België.
Dumortiera 108: 13-21
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Bladeren De bladen zijn 1-2,5 mm breed. Het schutblad is meestal langer dan de bloeiwijze of ontbreekt.
Bloemen Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). Een bloeiwijze met meestal zeven tot twaalf aartjes, maar soms minder. De urntjes zijn 3-4 mm lang en tot 1 mm breed. De snavel steekt boven het kafje uit.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutie