|
Carex digitata L.
Vingerzegge
|
Ecologie & verspreiding Carex digitata is zeer zeldzaam in ons land en beperkt tot Zuid-Limburg en één recentere vondst in Midden-Limburg. De soort is kenmerkend voor voedselrijke bossen, vooral beukenbossen, op min of meer kalkrijke bodem, graag op hellingen. Het mannelijke topaartje is in de vruchttijd korter dan de daaronder geplaatste vrouwelijke aartjes, waaraan het de naam Vingerzegge te danken heeft. De vrouwelijke aartjes zijn losbloemig, de urntjes zijn kort behaard. Het is een vroeg bloeiende soort, die al in april met haar polvormige groeiwijze het nog kale beukenbos siert, samen met een andere vroege bloeier, Ruige Veldbies. De stengelvoet is diep rood gekleurd. In ons land is de soort niet te verwarren met enige andere Carex; in het buitenland zijn er enkele nauw verwante en er sterk op gelijkende soorten. Zo komt in België ook de Vogelpootzegge (Carex ornithopoda) voor. Deze soort is overwegend iets kleiner.
CC-BY-SA 3.0 Jacob Koopman, 2014
| EcologieBodemHalfbeschaduwde tot matig beschaduwde plaatsen op matig droge tot matig vochtige, matig voedselarme, kalkrijke, stenige grond met maar een zeer dun laagje humus. GroeiplaatsBossen (langs paadjes, plekken waar zo nu en dan gekapt wordt, op kalkblokken die boven het humusdek uitsteken en steile erosiekantjes op kalkrotsen), bosranden, kapvlakten, afgravingen (oude kalkgroeven) en grasland (zelden in kalkgrasland aan bosranden).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer zeldzaam in Zuid-Limburg. VlaanderenZeer zeldzaam in de Leemstreek en op de Sint-Pietersberg. WalloniëVrij zeldzaam in het Maasgebied, plaatselijk vrij algemeen ten zuiden van de lijn Samber-Maas (de zuidelijke Ardennen) en zeldzaam in de valleien van de Ardennen. Elders zeer zeldzaam. WereldIn Zuidwest-Azië en Europa, behalve in het Middellandse-Zeegebied en in de meest westelijke en noordoostelijke delen. Zuidelijk tot in Noord-Spanje, Midden-Italië en de Balkan, oostelijk tot de Oeral en westelijk van de Pyreneeën over Noord-Engeland naar Noord-Noorwegen. In Oost-Azië komt een andere ondersoort voor.
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurEisele, W. & E. Zähringer (1998) Vorläufiger Schlüssel zur Bestimmung der Seggen ( Carex spec.) Baden-Württembergs nach vegetativen Merkmale. Floristische Rundbriefe Beiheft 5: 1-26 Kern, J.H. & T.J. Reichgelt (1954) Carex L., 1753. Flora Neerlandica : 7-133 Raemakers, I. & T. Faasen (2012) Bijzondere planten en insecten in de Curfsgroeve. Natuurhistorisch Maandblad 101: 63-73 Rich, T.C.G. & A.C. Jermy (1998) Plant Crib - Carex. Botanical Society of the British Isles van Eeden, F.W. (1889) Carex digitata - Vingervormig Rietgras Flora Batava 18: 1419-1419 TaxonomieRijk: | Plantae | Stam: | Tracheophyta | Klasse: | Spermatopsida | Orde: | Poales | Familie: | Cyperaceae | Carex digitata L. (1753) | Nederlands: | Vingerzegge | Engels: | Fingered Sedge | Duits: | Fingersegge | Etymologiebron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra | Zegge stamt uit het Indogermaanse woord seq (snijden). Carex is zeer waarschijnlijk afgeleid van het latijnse ceiro (ik snij), een verwijzing naar de scherpe kanten van de bladeren. Digitatabetekent "gevingerd".
| Bron: Standaardlijst 2003 | Bron Nederlandse naam: Standaardlijst 2003 | | Zoeken in GBIF | Zoeken in Google Scholar |
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De bloeistengels zijn afgerond-driekantig. Aan de voet worden ze omhuld door enkele ruime scheden. Vingerzegge vormt dichte polletjes. Bladeren In het centrum van de polletjes staan bladrozetjes. De bladeren zijn donkergroen, slap en 2 tot 4 mm breed. De wortelstandige bladscheden zijn roodbruin en vezelig. Bloemen Eenslachtig (een bloem met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). Eenhuizig (mannelijke en vrouwelijke bloemen op dezelfde plant). De korte bloeiwijze bevat een ongeveer 1 cm lange mannelijke aar en 2 of 3 langere, kort gesteelde, rechtopstaande, ijle, hoogstens 10 bloemen bevattende vrouwelijke aren. Ze hebben 3 stempels. De mannelijke aar zit aan de stengeltop, maar is korter dan de bovenste vrouwelijke aar. Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De kafjes zijn paarsbruin met een brede, vliezig gerande, onregelmatig getande top. Ze zijn om het urntje gevouwen. De urntjes zijn 3 tot 4 mm lang, driekantig-peervormig, behaard en lichtgroen, maar later worden ze bruinig. Ze hebben een zeer korte snavel. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF. © FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
|