EcologieBodemZonnige plaatsen op natte, voedselarme tot zeer voedselarme, zwak zure tot zure, kalkarme grond (zand, leem en veen, zelden op klei).
GroeiplaatsHeide (natte plaatsen), moerassen (o.a. veenmosrietland, verlandende vennen, turfgaten en op bulten van levend hoogveen), waterkanten (langs greppels, hoogveenslenken en vennen), bossen (open plekken in berkenbroekbos), langs spoorwegen (spoorbermen), zeeduinen (duinvalleien), grasland (heischraal grasland en hooiland), bermen en afgravingen (zandgroeven).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in het noordosten van het land, in Noord-Brabant en in Noord-Limburg en vrij zeldzaam in laagveengebieden, in het midden en oosten van het land en op de Waddeneilanden. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenVrij algemeen in de Kempen. Elders zeer zeldzaam. Achteruitgaand.
WalloniëVrij algemeen in de Ardennen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WereldGematigde en koude streken op het noordelijk halfrond. Ook in het Caribische gebied en zuidelijk Afrika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Literatuurde Kraker, K. (2022)
Grevelingenverslag 2021. Ecologisch adviesbureau Sandvicensis, Burg-Haamstede
Kops, J. (1800) Eriophorum polystachion - Veelairig Wollegras
Flora Batava 1: 32-32
Léveillé-Bourret, E. & J.R. Starr (2019) Molecular and morphological data reveal three new tribes within the Scirpo-Caricoid Clade (Cyperoideae, Cyperaceae).
Taxon 68: 218-245
Reichgelt, T.J. (1956) Cyperaceae.
Flora Neerlandica : 7-52
Rich, T. & A. Jermy (1998)
Plant Crib - Eriophorum. Botanical Society of the British Isles
van Eeden, F.W. (1893) Eriophorum angustifolium var. vaillantii - Wollegras met kortgesteelde aartjes
Flora Batava 19: 1471-1471
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn rond, maar worden naar de top stomp driekantig. Meestal zijn ze donkergroen, maar later verkleuren ze vaak bloedrood tot zwartbruin. Veenpluis vormt losse groepen.
Bladeren De bladeren zijn gootvormig, gekield en 2 tot 6 mm breed. Vaak zijn ze roodachtig aangelopen. Ze zijn plotseling versmald in een lang driekantig topdeel.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De 3 tot 8 aren hebben gladde stelen. Van de aren is er 1 die vrijwel zittend is en rechtop staat, terwijl de andere aren buigen. De langste aarstelen worden tot 8 cm lang. Ze zijn glad en kaal. Het onderste schutblad steekt boven de bloeiwijze uit en kan meer dan 20 cm lang worden. De aren zijn 1 tot 2 cm lang en kunnen tot 50 bloemen bevatten. De helmknoppen zijn 3 tot 5 mm lang. De kafjes hebben maar 1 nerf.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De witte haren worden 3 tot 5 cm lang. De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.