EcologieBodemZonnige, zelden licht beschaduwde, vaak iets open en verstoorde plaatsen op vochtige, soms vrij droge, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende, vaak wat verdichte grond. Ze is bestand tegen betreding. Ook op iets brakke bodem (zand, leem, zavel, löss, mergel, klei en stenige plaatsen).
GroeiplaatsGrasland (o.a. grasvelden en uiterwaarden), bermen, dijken (beweide plaatsen), ruigten, akkers, hellingen, bossen (langs bospaden), heggen, braakliggende grond, afbrokkelende muren, puin, steenglooiingen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen en spoorbermen), waterkanten (slootkanten en rivierkribben) en zeeduinen (duinvalleien en binnenduinweiland).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen, maar vrij zeldzaam in het oosten, noordoosten en midden van het land, in Flevoland en in Zuid-Limburg.
VlaanderenVrij algemeen, maar vrij zeldzaam in de Kempen.
WalloniëVrij algemeen, maar vrij zeldzaam in Brabant en zeldzaam in de Ardennen.
WereldOorspronkelijk uit gebieden met een gematigd klimaat in Europa, Azië en Noordwest-Afrika. Elders ingeburgerd.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKops, J. (1800) Potentilla reptans - Kruipende Ganserik
Flora Batava 1: 66-66
Kops, J. & H.C. van Hall (1844) Tormentilla reptans - Kruipende Tormentil
Flora Batava 8: 616-616
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De kruipende, gedraaide stengels zijn vaak roodachtig. Ze zijn verspreid behaard en wortelen op de knopen.
Bladeren De lang gesteelde bladeren zijn handvormig (5 tot 7-tallig). De deelblaadjes met de grootste breedte boven het midden. Bovenaan zijn ze afgerond, vrij stevig en met ondiepe, niet toegespitste zaagtanden. De steunblaadjes van de stengelbladeren zijn niet gedeeld.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De alleenstaande, gele bloemen groeien in de bladoksels. Ze zijn 1 tot 2,5 cm groot en 5-tallig of zelden 4-tallig. De kroonbladen zonder oranje vlek. De bijkelkblaadjes zijn niet gedeeld. De kelk is na de bloei maar weinig vergroot.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. Niet rood wordende vruchten zijn nauwelijks verdikt. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.