EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, stikstofarme, kalkarme, zwak tot matig zure, humeuze grond (zand, leem en veen).
GroeiplaatsBossen (loofbossen, op wortelkluiten van omgewaaide bomen, moerasbossen en langs bospaden), bosranden, kapvlakten, grasland (nat, licht bemest grasland en onbemest hooiland), bermen, heide, langs spoorwegen (spoorbermen), opgespoten grond, zeeduinen (duinvalleien) en moerassen (veenmosrietland).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in het oosten en midden van het land, in Zuid-Limburg, op de Waddeneilanden en plaatselijk in laagveengebieden. Elders is het zeldzaam, maar zeldzaam in zeekleigebieden.
VlaanderenAlgemeen in de Kempen en vrij algemeen in de Zand- en Zandleemstreek en de Leemstreek. Elders zeldzaam.
WalloniëVrij algemeen iin de Ardennen. Elders vrij zeldzaam.
WereldKoude en koel-gematigde streken op het noordelijk halfrond. Ook in zuidelijk Zuid-Amerika, in de gebergten in Zuid- en Zuidoost-Azië, in Australië en op Antarctische eilanden. In Afrika alleen op enkele plaatsen in het noordwesten.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
99Heukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
138Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
194Nederlandse Oecologische Flora 5:
42Wilde-Planten.nl:
pagina Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels staan stijf rechtop. Veelbloemige veldbies vormt dichte pollen.
Bladeren De dofgroene bladeren zijn vaak wat rood aangelopen. De rand is getand.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in dichte, eivormige hoofdjes. Ze staan met 5 tot 20 (zelden minder) bij elkaar in een schermvormige of samengetrokken bloeiwijze. Ze zijn bruin of soms bleek. De helmknoppen zijn ongeveer 1 mm lang en iets korter tot iets langer dan de helmdraden (zelden zijn ze 2 keer zo lang). De bloeiwijze is kluwenvormig samengetrokken. De meestal lichtbruine, 3 tot 3,5 mm lange bloemdekbladen zijn geleidelijk in een lange punt versmald en duidelijk langer dan de vruchten.
Vruchten Een dosvrucht. De zaden hebben aan de voet een aanhangsel. Dit aanhangsel beslaat hoogstens 1/3 deel van de rest van het zaad. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.