EcologieBodemZonnige, open plaatsen (pionier) op droge tot matig vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, meestal kalkhoudende grond (zand, leem, zavel, mergel, laagveen en stenige plaatsen).
GroeiplaatsAkkers, moestuinen, zeeduinen, grasland (ijl begroeide plekken in droog, neutraal grasland), bermen, rotsen, muren (bovenop muurtjes), hellingen, langs spoorwegen, waterkanten (langs greppels), industrieterreinenen, tussen straatstenen, begraafplaatsen, geschoffelde plantsoenen, tussen mos en rivierduinen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandAlgemeen in de duinstreek. Elders vrij algemeen.
VlaanderenAlgemeen. Het meest in de duinen, in stedelijke gebieden en in de Zand- en Zandleemstreek. Het minst in de Kempen.
WalloniëAlgemeen, maar zeldzaam in de Ardennen.
WereldOorspronkelijk uit Europa en Azië. Nu in alle werelddelen, in gebieden met een gematigd klimaat.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurBomble, W.F. (2011) Draba subgen.
Erophila in Deutschland; Auf dem Weg zu einer natürlicheren Taxonomie.
Veröffentlichungen des Bochumer Botanischen Vereins 3(4): 33-43
Kops, J. & H.C. van Hall (1832) Draba verna - Gemeene Vroegeling
Flora Batava 6: 480-480
Thijsse, J.P. (1913) De Hongerbloempjes.
De Levende Natuur 17: 557-558
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
69Flora Batava 06:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
427Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
470Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
471Nederlandse Oecologische Flora 2:
33Wilde Planten 1:
227Wilde-Planten.nl:
paginadeze soort in de Zadenatlas van Nederland Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De niet bebladerde stengels zijn kaal of verspreid behaard.
Bladeren De behaarde, spitse rozetbladeren zijn spatelvormig en vaak met een gave rand, maar soms is deze getand.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). De bloemen zijn wit of iets roze en 3 tot 5 mm in doorsnee. De kroonbladen zijn diep (tot over de helft) ingesneden en de kelkbladen zijn vliezig gerand.
Vruchten Een doosvrucht. De kale hauwtjes zijn iets afgeplat, eirond tot langwerpig en 0,3 tot 0,7 cm lang en 1½ tot 3 mm breed. Ze groeien aan een lange, meestal schuin afstaande steel. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.