EcologieBodemZonnige tot vaak licht beschaduwde plaatsen op droge, matig voedselarme, zwak zure, meestal kalkarme, maar soms kalkhoudende grond (zand, leem en stenige plaatsen).
GroeiplaatsBossen (langs bospaden) bosranden, struwelen, hakhoutbosjes, kapvlakten, dijken (zandige plaatsen), bermen, langs spoorwegen (spoorbermen), zeeduinen (verlaten duinakkertjes), heide (ruige plaatsen), afgravingen (zandgroeven) en mijnsteenbergen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in Zuid-Limburg, Noord-Brabant, Gelderland, Zeeuws Vlaanderen, in de Hollandse en Zeeuwse duinen en in het oosten en zuidoosten van het land en zeldzaam in Drenthe. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenAlgemeen, maar zeldzaam in de duinen en langs de Maas en zeer zeldzaam in de Polders. Het meest in de Kempen, de Leemstreek en de Zand- en Zandleemstreek.
WalloniëVrij algemeen, maar vrij zeldzaam tot zeldzaam in Brabant.
WereldVan Portugal en Italië tot in Schotland en Noordwest-Duitsland. Zeer zeldzaam in Polen en Zuid-Scandinavië. Plaatselijk ingeburgerd in Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
158Flora Batava 01:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
499Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
606Nederlandse Oecologische Flora 3:
148Wilde Planten 3:
102Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn vertakt en soms iets houtig.
Bladeren De gesteelde bladeren zijn langwerpig tot eirond en hebben een hartvormige voet. Het oppervlak is bobbelig. Verder zijn de bladeren stomp en onregelmatig getand en 3 tot 7 cm lang. Ze geuren.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien vanuit de oksels van kleine, gaafrandige schutbladen. Ze vormen samen naar 1 kant gekeerde trossen aan het eind van hoofdstengel en zijtakken. De bloemen zijn bleek-geelgroen, soms witachtig, 0,8 tot 1,4 cm groot en behaard. De meeldraden zijn paarsrood en steken buiten de bloem. De kelk is 4 tot 6 mm lang en heeft 2 lippen. De bovenlip is niet gedeeld. De onderlip heeft 4 tanden, waarvan de ondertanden omhoogkrommen.
Vruchten Een splitvrucht. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 9 dagen later dan het langjarig gemiddelde.